Geplaatst op 12 januari 2017 in Kenia
Ik hoef geen wekker te zetten hier in Kenia, ik ben eigenlijk altijd op tijd wakker. Het is niet meer zo verschrikkelijk verschroeiend heet, en ook ’s nachts is het afgekoeld (toch zo’n 25 tot 27 graden). Ik slaap zelfs weer onder mijn lakentje, want anders heb ik het koud
Rustig aan doen, een koude douche nemen (er is ook helemaal geen warm waterkraan), opdrogen in de schaduw voor mijn kamertje. Dan is er even tijd om mijn mail te checken, niet alleen privé maar ook de mail van mijn opdrachtgevers. Hiervoor heb ik zelfs de organisatie laptops meegesjouwd naar Kenia (zucht, het leven van een zzp-er gaat niet over rozen)!
Aankleden is een makkie: katoenen broek, hemdje, slippers, klaar. Ik hoor de mama’s al bezig in de keuken en ben benieuwd naar mijn ontbijt: is het een bananenpannenkoek, een omelet met alle pepertjes die ze maar konden vinden of gekookte eieren en mag ik zelf het brood roosteren? Ik ben inmiddels zo ingeburgerd en ‘eigen’, geen ‘gast’ meer, dat ze me ook dingen zelf laten doen.
Swahili
Als ik in de keuken kom, roep is stoer ‘habari ya asubui’ (goedemorgen) in de hoop dat ze niet meteen terug gaan ratelen. Maar meestal is met hun ‘habari yako’ (goedemorgen voor jou) en mijn ‘mzuri sana’ (goed) het gesprek ten einde. Hoewel… hoe langer ik hier rondloop, hoe vaker ze vergeten dat dit wel zo’n beetje het enige is wat ik kan onthouden: groeten, bedanken, goed, mooi en welkom. Grote hilariteit als ik weer eens hulpeloos naar Gloria moet kijken met een woordeloos verzoek ‘hèlpppp’, en die me vervolgens ook nog wel eens met een grote grijns laat bungelen. Maar ik heb inmiddels wel begrepen dat een ‘mzuri sana’ vaak voldoende is. Pfff, weer gered!
Mijn Swahili ‘lessen’ krijg ik van diverse mensen om me heen, maar mijn beachvriend Jamal uit Msambweni is mijn trouwste leraar. Elke dag vindt hij (via Messenger) dat ik weer een woordje moet leren. Soms roep ik ‘pole pole’ (rustig aan!) want hij gaat wel erg hard af en toe, en soms antwoord ik gewoon niet op zijn berichtjes. Je zou het ‘spijbelen’ kunnen noemen
Zo leer ik bijvoorbeeld dat mijn vorige blog een volstrekt onbekend woord als titel heeft. ‘Ndjoto’ bestaat helemaal niet, het moet ‘joto’ zijn! Verdorie, tweemaal gecheckt, maar blijkbaar bij de verkeerde mensen. Ik vergeet wel eens dat veel mensen nooit naar school zijn geweest, vaak analfabeet zijn: hun uitspraak van een woord wil natuurlijk nog niet zeggen dat ik het goed opschrijf…
Maar goed, ik zorg dus regelmatig voor een vrolijke noot in het team als ik weer eens een foutje maak of een zin volledig verhaspel. Maar ik ben niet de enige! Als ik op een avond in de keuken samen met mama Fridah aan tafel zit (barracuda, groenten en chapati) krijgt ze een telefoontje. Stomverbaasd roept ze wel 100 keer achter elkaar ‘iiii’, ‘iiii’. Ik moet er in eerste instantie om grijnzen en vraag de meiden (haar dochters zijn er ook) wat dat in ’s hemelsnaam betekent (‘ja’ in de taal van de Kamba tribe waar mama Fridah vandaan komt). Het duurt niet lang of we zijn zo gefocust op het ‘iiiii’, dat we met z’n allen de slappe lach krijgen elke keer als ze weer een kreet slaakt ‘iiiiii’. Ook mama Fridah moet erom grijnzen (ook omdat ik gekke bekken naar haar zit te trekken) en ze lacht tijdens het gesprek gewoon mee. Ik moet echter op een gegeven moment echt weglopen, want de tranen rollen over mijn wangen en ik moet nodig het toilet opzoeken voor het mis gaat….
Het eten, ja, ik ben dol op Afrikaans eten. Lekker simpel en snel klaar! En omdat ik gewoon met de anderen in de keuken mee-eet, eet ik binnen no time ook weer gewoon op zijn Afrikaans: met mijn vingers. Een stuk chapati afscheuren, soppen in het ‘soupie’, en vervolgens wat groenten ermee oppakken. Hoe heerlijk is dat. En hoe lief het ook is als mama Fridah zegt dat ze deze week nog hutspot voor me gaat maken, ik probeer heel voorzichtig te zeggen dat dat niet hoeft. Hutspot in deze hitte, hoe maak ik haar duidelijk dat dit echte winterkost is en dat het nu toch echt zomer is?
Aan het werk
Ik pak mijn laptop, Keniamap, telefoon, camera en mijn eigen wifi-apparaatje (modem) en vertrek naar de office. Na de eerste dagen, waarin ik nog met een aantal laptops om me heen in de frontdesk zat en overal checkte of ik niet nodig was (wat niet zo was), laat ik de organisatielaptops achter op mijn kamer en check alleen de mail na de lunch en ’s avonds.
Gloria is al aanwezig en langzaam komen de mensen die op kantoor werken binnendruppelen. Edward fluistert in mijn oor ‘hey, is this your b-day?’ Ik zeg dat dat klopt, maar dat hij toch wel weet dat ik er niet zo aan gehecht ben. Ik had het echter kunnen weten: vijf minuten later komt de hele club zingend en dansend met rammelende deksels en maraca’s de office binnenlopen. Mij wordt een hartelijk happy birthday toegewenst en ze balen wel een beetje, want ik heb geen cake (laten) bakken. Komt nog wel…
We gaan allemaal weer aan het werk, maar de piepjes van Facebook op mijn telefoon blijven de hele dag doorkomen: en ook al weet ik heus wel dat iedereen is gewaarschuwd door FB dat ik jarig ben, ik geniet van alle berichtjes! Ook appjes from all over the world, en zelfs mailtjes van lieve mensen die ik absoluut niet had verwacht. ’s Avonds kan ik alleen maar nagloeien … het was weer een bijzondere verjaardag.
Het is Therapy Day, de dag waarop Derrick, de occupational therapist, weer een aantal kinderen heeft opgeroepen, dat hij op het centrum behandelt. Ik ken er nog een paar van vorig jaar en de mama’s en papa’s vinden het leuk om me weer te zien. Amina, een van de kinderen, echter vindt mij en misschien ook wel die grote cameralens maar eng en begint te huilen. Arm kind, ik duik weg en Ruth, de speciale CSA[1] Social Worker, troost Amina en zegt dat ik een ‘rafiki’ (vriend) ben. Amina is duidelijk niet overtuigd…
Measurements
Op deze dag is er nog een tweede groep kinderen opgeroepen, namelijk kinderen die een assistive device (hulpmiddel) krijgen aangemeten. Deze measurements, zoals dat hier heet, worden gedaan door APDK[2] uit Mombasa. Ik ben in 2013 in deze revalidatiekliniek geweest en was erg onder de indruk. De assistive devices, waar het hier om gaat, zijn meestal rolstoelen op maat (die kunnen worden aangepast als het kind groeit).
De mama’s en hun kinderen zijn al vroeg in de ochtend aanwezig, maar de twee medewerkers van APDK komen door omstandigheden (hun driver is nog on leave) pas rond 14.00 uur aan. Als ik er wat van zeg (dit kan toch niet, de afspraak was toch vanochtend, de mama’s en papa’s zitten al uren in de hall en enkelen komen van ver en moesten al heel vroeg vertrekken), krijg ik een lesje ‘Afrikaans Geduld Oefenen’ van Edward (Head of the Social Workers). Okay, ik ga mijn best doen …
Ik maak enkele foto’s die laten zien, dat je gewoon met je handen en een bijna onleesbare rolmaat de maten van de toekomstige rolstoel voor dit speciale kind kunt opmeten…. Hoe zou dit in NL gaan, vraag ik me af …
Het is ook de dag dat er een reporter op het terrein rondloopt; hij zal een kleine documentaire maken over KidsCare, die regelmatig zal worden uitgezonden op de televisie rondom het nieuws. Hij interviewt een aantal mama’s van de therapie-kinderen, maar uiteraard ook Ali en nog wat anderen. Hij loopt rond en maakt foto’s en filmpjes. Als hij even zijn spulletjes bij ons op de frontdesk opslaat, ziet Ali zijn kans en neemt de rol van interviewer over. Voor heel eventjes maken we er een potje van…
Kapper
Om 17.00 uur is het werk hier ook klaar. Het was dan wel niet zo heet als gisteren, maar nog altijd warm genoeg (36 graden) om aan het eind van de werkdag plakkerig en bezweet te zijn. We willen allemaal weg, en ik vertrek met al mijn bagage naar mijn kamer. Daarna een praatje in de keuken, waar ik mijn broodnodige Tusker ophaal. Ik loop even naar de kippenren, waar Poppy al op mij zit te wachten. Gertrud (dochter Fridah) is haar zusjes haar aan het knippen. Mmmm, mijn haar groeit hier ook nogal hard … zal ik ook? Ik verwijs hier graag naar de foto’s
Als ik op mijn kamer terugkom, heb ik dringende oproepen gemist. Ik log in en een van mijn opdrachtgevers vraagt mijn aandacht voor een aantal onvoorziene ontwikkelingen. Na een half uurtje krijg ik de gelegenheid om heel even snel onder de douche te springen om daarna meteen weer al mijn aandacht op mijn werk te richten. Ik zoek uit, bel, heb contact via de communicator, mail, maak moeilijke brieven en vergeet de tijd. Om 21.00 uur komt mama Fridah me halen. De boodschap is duidelijk: ‘Ophouden nu met werken en meekomen om te eten.’ Ik glimlach. Wat heerlijk toch om zo door haar verzorgd te worden. ‘Nog eventjes, mama …, ik kom eraan!’ En als ik in de volle maan naar de keuken loop, besluit ik hier en nu: ik neem haar mee naar NL, want ik kan haar niet meer missen!
Met een vermoeide groet,
Grada
Geef een reactie