Geplaatst op 22 januari 2018 in Kenia, KidsCare Center Mshiu
Ook deze week ga ik weer één dag de fields in. Dit keer met Emmanuel, die een viertal dorpen onder zijn hoede heeft. We gaan eerst naar Pongwe, waar we twee huishoudens zullen bezoeken die pas een maand aan het KidsCare programma deelnemen.
Pongwe
In de middle of nowhere, in een redelijk open vlakte, zijn daar die twee kleine hutjes van Mariana. Ze woont daar alleen met haar vijf kinderen. De twee hutjes zijn door haarzelf gebouwd op het land van haar vader: ze heeft voor dit plekje gekozen omdat er een grote mangoboom staat, die een schaduwrijk plekje biedt gedurende de hete dag. Ik hoor echter ook dat dit kleine stukje land in de regentijd overstroomt en dat ze daarna dus telkens weer opnieuw moet beginnen met bouwen.
Zoals gezegd is zij pas sinds een maand in het programma opgenomen en haar kinderen gaan (met uitzondering van haar jongste) inmiddels allemaal naar school. Mariana heeft ‘casual jobs’ wat wil zeggen dat ze per dag bekijkt waar ze kan werken: babysitten, op het land werken etc.
Nu de eerste stap is gezet, zo vertelt Emmanuel, is het zaak om de situatie te stabiliseren en samen met haar een plan te maken wat zij het beste als eerste zou kunnen aanpakken; je zou kunnen denken aan het graven van geulen om het regenwater af te voeren of zelfs het ophogen van de plek waar ze nu haar hutjes heeft. Ze kookt al wel buiten, maar zodra het donker wordt, neemt ze alles mee naar binnen omdat zij en haar kinderen zich niet veilig voelen op dit afgelegen stukje land; de buren wonen ook een behoorlijk eind weg. Er moet dus best een en ander gebeuren voordat de situatie aanvaardbaar is.
Mariana’s jongste zoontje vindt mij maar niks en het zou zomaar kunnen dat hij nog nooit een mzungu (blanke) heeft gezien. Dikke tranen als ik iets te dichtbij kom en ik ben blij met mijn enorme zoomlens, dan kan ik in ieder geval dit prachtige jongetje op de foto zetten.
Met dank aan mijn kledingsponsoren kan ik voor de kinderen wat broekjes en t-shirts achterlaten. Mama Mariana is er blij mee en ik vind het fantastisch om te zien hoe zij, ondanks haar situatie, toch stralend kan lachen. Ik heb bewondering voor haar en ik zou willen dat ze weet wat ik inmiddels uit ervaring weet, namelijk dat dit soort situaties in korte tijd al zo enorm kunnen verbeteren!
Een lange rit
We bezoeken nog een tweede huishouden in Pongwe dat zich in een vergelijkbare situatie bevindt en gaan daarna op weg naar Ganda, een ‘verderop gelegen’ dorp. Oeps, had ik dat geweten: ruim een uur hobbelen we over zandweggetjes en bospaden, slippen in mul zand, en vervuilen het milieu met de af en toe vastgelopen piki piki die met brullende motor uit het zand wordt gereden.
Laat ik voorop stellen dat ik voor deze fieldtrip al groot respect had voor het werk van de social workers, maar na deze dag groeit dat respect nog eens behoorlijk als ik bedenk dat zij dit soort tochten elke week, vier dagen lang, ‘gewoon’ maken!
Hoeveel kindertjes?
We gaan langs bij één van de KCV ‘s in Ganda, waar twee jongens voor het huis een potje dammen op een zelfgemaakt dambord met doppen als damstenen! Ik word uitgenodigd een aantal zetten te doen, maar helaas, ik verlies roemloos.
De achterburen van deze KCV nemen sinds tien maanden aan het KidsCare programma deel. Het armoedige hutje van het begin is afgebroken, zo vertelt Emmanuel, en er is een mooi huis voor in de plaats gekomen: twee kamers, een heuse veranda, een buitenkeuken en een plek waar de koeien kunnen staan!
Ik vraag via Emmanuel hoeveel kinderen zij hebben en ik moet enorm mijn lachen inhouden als vader een hand in de lucht steekt, bedachtzaam en langzaam zijn vingers buigt en mompelend zijn kinderen begint te tellen. Dit duurt moeder duidelijk te lang en zij roept “nane!” (acht). Ik loop even een blokje om omdat ik ze niet het idee wil geven dat ik ze uitlach!
Ook hier heeft vader noch moeder vast werk: er wordt casual gewerkt. Ze hebben daarnaast wat kokospalmen, verkopen de kokosnoten en verbouwen nog wat mais voor eigen gebruik. Ze hebben net geoogst en de kinderen hebben een geroosterd maiskolfje gekregen. De rest van de maiskorrels is uitgespreid op een matje. Als ze droog zijn, worden ze verzameld en gaat vader naar Mwangwei (een dorpje verderop) om ze voor een klein bedragje te laten malen bij de enige machine in de wijde omgeving! Van dat meel koken ze dan weer ugali: meel en water worden gekookt en vormen dan een soort klont van deeg wat smaakt naar cement. Je begrijpt: dat is mijn favoriete Afrikaanse eten!
Ook hier laat ik wat kleren achter: vooral het roze rompertje en het (zo denk ik) lichtblauwe jurkje met capuchon zijn geliefd en direct aangetrokken. Het brutaalste meisje pakt de kleertjes die ze heeft gekregen en rent weg om alles in het huis te verstoppen: zo, die buit is binnen, zie ik haar denken …
Swahili
Onderweg naar de chairman van Ganda roept Emmanuel regelmatig ‘jambo’ naar mensen die we tegenkomen. Ik mag achterop blijven zitten als hij even stopt en met een vrouw praat: zij blijkt ook in het programma van KidsCare te zitten. Als we doorrijden, roept ze iets in Swahili en ik vraag aan Emmanuel wat ze ons toewenst. ‘Safari njema’ … ‘safe trip!’ Achterop de piki piki oefen ik dit nieuwe zinnetje want ik ben blij met elke uitbreiding van mijn woordenschat en ga dit dus onherroepelijk gebruiken!
Munazi
Als we bij de chairman van het dorp aan komen rijden, zie ik een enorme kokospalm met ‘voetstappen’ erin op zijn terrein staan. Die happen uit de stam worden gebruikt om naar boven te klimmen.
Ik begroet het drietal mannen, dat met elkaar onder een boom hangt en een drankje doet. Bij het huis zit een vrouw met een baby en er loopt nog een aantal kinderen rond, onder andere een kindje met een enorme snottebel. Ik zeg dat ik even de voetstappen op de boom wil fotograferen en de chairman loopt met me mee en houdt een heel verhaal over de kokospalm. Alles van deze boom wordt gebruikt, vertelt hij, van blad tot stam, tot boomsappen.
Hij laat me zien dat hij er bijvoorbeeld palmwijn/-bier (munazi) van trekt en wijst naar de plastic flessen die aan de takken zijn vastgemaakt. Hij biedt me aan om de munazi te proeven. Emmanuel schiet acuut in de stress als hij merkt wat er gebeurt, maar ik zeg dat ik het toch wel heel erg graag wil proeven.
Ik krijg een klein wit bekertje, gevuld met een wittige drank uit een gele jerrycan en proef: nou, het lijkt wel limonade, zo zoet, dus neem ik nog een slok. De twee vrouwen van de chairman giechelen luidkeels op afstand en ik vraag waarom. Hij legt uit dat hij zijn vrouwen echt nooit zal toestaan om munazi te drinken. Ik wil vervolgens wel weten waarom hij het dan wel aan mij geeft, maar een echt antwoord krijg ik niet. Hij blijft vaag en mompelt iets van ‘mzungu’ en ‘tourist’ en glimlacht me daarbij allerhartelijkst toe.
Bijenproject
We zijn hier echter niet gekomen voor de munazi, we zijn hier om de demonstratie unit te bekijken voor het bijenproject en lopen een stukje van de twee huizen weg. De koeien worden net binnengebracht en we zigzaggen door de kudde heen. De chairman wijst naar een rokend heuveltje zand/aarde: hij is charcoal (houtskool) aan het maken: morgen zal het klaar zijn en kan hij het verkopen!
Plotseling zie ik de bijenkorven hangen: wat een gaaf gezicht. Het is een mooie plek aan de rand van een akker waar straks ook weer geplant gaat worden. Er zullen veel verschillende soorten wilde bloemen in de buurt zijn, het hele jaar door! En daarmee wordt het een luilekkerland voor de bijen en een fantastische basis voor de honing die te zijner tijd geoogst kan worden!
Ik krijg een uitgebreide uitleg van de chairman. De korven zijn door plaatselijke handwerklieden gemaakt. Hij is daar trots op, want ook dit project levert voor veel mensen werkgelegenheid en dus een inkomen op. De korven zijn afgeleverd bij KidsCare en zijn uiteindelijk ook verdeeld over de dorpen via de social workers: in dit geval heeft Emmanuel de korven achter op zijn piki piki naar de chairman gebracht!
De korven worden opgehangen om te voorkomen dat andere insecten het bijenvolk kunnen verstoren. Twee korven zijn opgehangen met ijzerdraad, ingesmeerd met plakkerig spul, een aantal hangt ook nog aan touwen: die moeten nog vervangen worden door dat ijzerdraad.
Nu is het afwachten of bijen de weg naar de korven kunnen vinden. Op mijn vraag wat ze gaan doen als er geen bijen komen, wordt me verteld dat er dan in het omgeving potjes zullen worden geplaatst met een lokstof erin, waarna de bijen die hierop afkomen zullen worden overgezet in de korven.
En binnenkort start dan een aantal arme huishoudens hier met de training om imker te worden. Ze zullen ervaring gaan opdoen bij de demonstratie unit op het terrein van de chairman, die daar overigens ontzettend trots op is! Als alles naar wens verloopt en de oogst goed uitvalt, kunnen er meer korven worden aangeschaft en een echte bijenhouderscoörperatie worden opgericht. Daardoor kunnen dan de inkomsten eerlijk worden verdeeld over alle deelnemers!
Tot slot wil hij per se nog even op de foto met zijn snotverkouden dochtertje, waarbij hij nog maar eens benadrukt dat hij nog veel meer kinderen heeft bij zijn twee vrouwen. “Nou”, zeg ik mompelend in het NL, “ik had niet anders verwacht!”
Terug
Op de terugweg merk ik dat deze dag in the fields toch weer veel van mij heeft geëist; het went blijkbaar toch niet. De bezochte huishoudens zitten in mijn hoofd en hart, het bijzondere werk van de social workers en het bijenproject dwarrelt daar doorheen, mijn rug klaagt me aan, mijn achterwerk is beurs van de lange piki piki rit. Ik staar naar de rug van Emmanuel en zie zijn dikke jas, zijn helm; als ik mijn ogen een beetje dichtknijp, kan ik me zomaar voorstellen dat ik midden in de winter achterop een motor zit. Maar dat is niet zo: het is 36 graden, ik zit in mijn t-shirtje met katoenen broek en slippers achterop en ik plak inmiddels aan alle kanten…
Terug op het center zijn de mensen benieuwd naar onze avonturen en Emmanuel vertelt bijna meteen dat ik munazi heb gedronken. Iedereen ligt in een deuk en vraagt of ik dronken ben. Gelukkig troost Gloria mij en legt uit dat ik waarschijnlijk net geoogste munazi heb gekregen en dat is nog niet gefermenteerd: dat wordt zelfs aan kinderen gegeven.
Het team vertrekt naar huis, het is 17.00 uur. Ik grijns en wens iedereen, toch een beetje trots, een ‘safari njema’. Eén voor één schieten ze weer in de lach en op dat moment twijfel ik een héél klein beetje of ze mij voor de grap geen héle rare dingen leren …
Met een plakkerige groet!
Grada
Marleen zegt
Grootse bewondering voor Kids Care en voor jou natuurlijk grada!
John zegt
Grada wat heb je weer een indrukwekkende trip gemaakt. Ik begrijp best dat je op het eind van de dag bekaf bent, na zoveel indrukken weer opgedaan te hebben. Heel mooi werk wat je daar doet Grada, ik heb respect voor je.
Mischa zegt
Mooi verhaal Grada en heel bijzonder wat je allemaal meemaakt! Groot respect.