Geplaatst op 11 januari 2016 in Kenia
Weekend! Ja, weekend. Het weekend voor werkend Kenia begint op zaterdagmiddag en dat geldt dus ook voor ons. We(*) vertrekken na de lunch met Alunda richting Ukunda, Diani Beach, waar ik geld uit de muur trek, wij vrouwen in de Nakumat boodschappen doen en de mannen met de aannemer (Catharine, ja ja, een vrouw!) naar een bouwmarkt rijden om materialen te halen voor allerlei, voor mij volstrekt onduidelijke, verbouwingen die op stapel staan.
Omdat ik niet zoveel kleren bij me heb en toch vijf weken zal blijven, koop ik een zakje wasmiddel en een grote fles doucheschuim. Nou, daar moet ik het maar mee doen, vind ik. Het opladen van mijn Keniaanse simkaart (met dank aan Daphne) duurt iets langer. Ik weet eigenlijk niet of dat in NL ook zo is, maar hier koop je je tegoed via een soort ‘krasloten’ met een code van een heleboel cijfers die je vervolgens via een oud Nokiaatje op de simkaart zet. Omdat mijn oude Nokiaatje niet werkt (sorry Erna) wordt het door de provider (Safaricom) gedaan. Mijn dank is groot, want vervolgens kan ik mijn simkaart in mijn wifi-apparaatje doen en heb ik weer mijn eigen hotspot! Heerlijk. Want tja… TIA (This Is Africa), internet is slow en not always available.
We blijven het weekend in Diani Beach, een wat toeristisch oord. Vanuit het Asins Hotel is het maar eventjes lopen naar het strand en ik ga ’s middags meteen even kijken. De geuren, de kleuren, de bootjes, ik herken het meteen. Het is vloed en ik ga in het zand zitten, de zee is lekker dichtbij en ik geniet.
Het is een Afrikaanse gewoonte om door ‘Jan en alleman’ te worden aangesproken. Wil ik misschien een koele kokosnoot met een rietje, of misschien een armbandje (heb ik er nog niet genoeg?), een omslagdoek, een zonnebril, een massage? Meestal is een ‘Jambo jambo, how are you, thank you I am fine’ voldoende om ze een beetje op afstand te houden, maar als ik na een uurtje opsta om terug te gaan naar het hotel komt een jongeman naast me lopen en stelt zich voor als Juma, nou ja, niet zomaar Juma, maar Captain Juma. En vraag me nou niet waarom dat ‘Captain’ ervoor staat.
Hij vertelt over de zee, het koraalrif en dat het morgenochtend zo mooi zou zijn als ik met hem het rif op ga, zodat hij zijn kennis hierover met mij kan delen. ‘It is nature, I will show you!’ En hij voegt eraan toe: ‘And you can teach me English!’ Ik glimlach en ga er niet op in, vraag hem over zijn leven, wat hij voor de kost doet. Hij vertelt zijn schrijnende verhaal, wat ik met een klein zakje zout neem. Niet dat ik de grote lijnen van zijn verhaal niet geloof, maar soms merk/voel je dat iemand het allemaal iets heftiger maakt om … ja om wat eigenlijk? Ik weet dat hij morgen op het strand zal zijn om op mij te wachten, maar ik weet ook dat hij daarvoor betaald wil worden. Misschien hoopt hij met zijn trieste verhaal mij net iets meer geld te kunnen vragen?
Bij het hotel aangekomen, nemen we afscheid. Ik zeg niks toe, maar ergens in mij voel ik de wens om morgen met hem het rif op te gaan.
En dan is het zondag. Uitslapen… Well, niet helemaal want om half acht zit ik bij het zwembad, waar de poolboy met een ingenieus systeem de bodem aan het schoonmaken is. Ik zet mijn eerste blogje op reismee.nl en geniet van de rust en het idee dat er vandaag even niks van mij wordt verwacht.
Natuurlijk gaan we deze ochtend met z’n allen naar het strand. Het is warm, maar fors bewolkt. Het waait altijd in Kenia, en dat verkoelt lekker. We komen het strand nog niet oplopen of Captain Juma komt ons tegemoet. Hij is oprecht blij dat we met z’n allen gekomen zijn. De anderen hebben echter geen goede slippers/schoenen aan om mee te lopen over het rif, en maken een lange strandwandeling. Ik loop op mijn Havaianas met Juma mee, die me zeer behendig voorgaat door het ondiepe water, langs ‘kuddes’ zee-egels, prachtige koralen, zeeanemonen, gigantische schelpen, zeesterren en zeesterretjes (called seaspiders) en vissen en visjes. Hij ziet dingen die ik zo gauw niet had gezien en ik ben blij dat hij erbij is.
Ongemerkt lopen we giga ver het rif op, en ik ben de anderen volledig uit het oog verloren. Als we teruglopen naar het strand (‘we have to follow the highway’) komen de andere vier uit een hotel lopen; ze hebben me strak in de gaten gehouden … hahaha
Ondanks de bewolking blijk ik in die paar uur de kleur van een kreeft te hebben aangenomen. Ik merk ook dat alles brandt, ik een beetje misselijk ben van de warmte (de zon is al weer een hele tijd gaan schijnen) en ik een enorme dorst heb. We wandelen met z’n allen stevig over het strand richting opgang en drinken, voordat we terugkeren naar het hotel, nog een drankje in een strandtent. De cola en de samosa’s (heerlijk!) doen me goed en binnen no time voel ik me weer prima.
De (blanke) kitesurfers met hun (zwarte) hulpjes (pffff) starten voor onze neuzen en maken mooie kapriolen. De vissers verkopen hun vis aan de strandtentjes en slaan hun inktvissen op het strand het gif uit het lijf. De kokosmelk-verkopers doen hun best om hun waar te slijten aan toeristen. De masseuses in hun hutjes proberen klanten te lokken. Families slenteren over het strand. We kunnen uren blijven zitten en kijken…
Natuurlijk komt het moment dat we teruggaan naar het hotel. Het water van het zwembad is verkoelend. Ik zet een strandbed in de schaduw en geniet nog wat na van de strandwandeling en mijn koraalriftocht. Ik zie veel, héél veel berichtjes via Facebook, Mail, Whatsapp, LinkedIn en Twitter. Want ja, het is een bijzondere dag: ik ben jarig!
Lieve groet,
Grada
(*) Wie zijn we? Lisette en Gerard, de grondleggers van KidsCare. Wil je precies weten wat KidsCare is? Neem dan een kijkje op www.KidsCareKenia.nl.
Arda en Johan, vrienden en ‘aangetrouwde’ familie van Lisette en Gerard. Zijn voor de tweede keer mee naar KidsCare.
Geef een reactie