Geplaatst op 29 januari 2016 in Kenia
Vijf dagen geleden, toen de inbox van de mail van Gloria vastliep, bleek er ook een ‘booking’ in te zitten. Bookings … ja, die zijn toch wel heel bijzonder. KidsCare heeft namelijk vier verschillende ruimten, die kunnen worden verhuurd aan externe partijen. Een meetingroom voor 20 pax en eentje voor 30 pax, de conferenceroom voor meer dan 30 pax en tot slot de boardroom voor 8 pax.
Stralend meldt Gloria dat een tevreden klant vanaf dinsdag 26 januari 2016 drie dagen een training wil houden hier op het KidsCare Centre. Ze mailt terug dat de ruimte vrij is en men welkom is. Er gaan nog wat mailtjes heen en weer (hoeveel kost deze ruimte, hoeveel een andere, we maken een prijslijst die in de laatste mail in PDF wordt meegestuurd) en dan is het weekend…
Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan?
Maandag begint de dag al vroeg: de schilders zijn er om alles weer netjes in de verf te zetten. Let bij de foto’s vooral op de laarzen van de schilder: ze zijn hem te klein en dan knip je toch gewoon een gat in de achterkant?
Om 12 uur begrijp ik dat er nog geen bevestiging is waarmee de booking van vorige week definitief wordt. Ik word er zelf wat zenuwachtig van als ik bedenk wat er allemaal nog gedaan en georganiseerd moet worden als er morgen ineens 34 mensen op de stoep staan. Maar van enige nervositeit merk ik bij de betrokkenen helemaal niets. Niet bij Gloria, niet bij Fridah, eigenlijk gewoon bij niemand. Om 14 uur belt Gloria op mijn aandringen toch maar even op en komt het (voor mij) verlossende woord: natuurlijk gaat het door! Gloria kijkt me aan met een blik van ‘zie je nou wel? Maak je toch niet zo druk!’
De medewerkers van Facility gaan, na deze bevestiging, aan de slag met het inrichten van de ruimte. Wat er verder achter de schermen gebeurt… ik heb geen idee. Maar ik krijg visioenen van al dat eten voor 34 man, water, koffie, thee, snacks … Gloria meldt dat ze de volgende ochtend vroeg hier op het centre zal zijn omdat er een lijst van attendance moet worden bijgehouden. Ok… duidelijk!
’s Avonds zitten we samen aan tafel, mama Fridah en ik. We kletsen over het weekend, het feit dat ze al mijn posts on Facebook liked (ook mijn blogs … hahahaha!), we zingen samen met Adisha kerstliedjes (die staan op de telefoon van Fridah en ze is er helemaal verslaafd aan) en ik drink mijn ‘eind-van-de-dag-biertje’ met mijn vermoeide voeten op een stoel.
Ik vraag of ze het gaat redden de komende drie dagen. Ze straalt!!! ‘You know Grada, this is money! Money for the children!’ Ik krijg een brok in mijn keel, slik mijn tranen weg en lach met haar mee! Alles voor de kinderen … ik ben op slag niet moe meer!
Ondanks alle drukte gaan Emmanuel, Fridah en ik na het eten nog even aan de slag met de computer. Ik heb in het weekend een nieuw format voor de weekly reports gemaakt, omdat ik de oude veel te ingewikkeld vond en het wordt weer een leuke les over het verplaatsen van tekst, knippen, plakken, kopiëren etc. Adisha is ook aanwezig, tekent poppetjes op mijn been en wil aandacht; als ze dat niet of in ieder geval naar haar mening onvoldoende krijgt, plast ze lekker stout in haar broek (terwijl ze toch echt wel zindelijk is en normaal even snel in de tuin knielt en haar behoefte doet). We lachen er maar om en negeren het verder!
Bookings = geld voor de kinderen!
De volgende morgen ben ik, dankzij een onverlaat die keihard toeterend langs mijn raam racet, vroeg wakker. Raar… ik hoor verder helemaal geen activiteiten. Ik sta wat vroeger op dan anders, en zie even later Fridah rustig aan de slag in de keuken, ze bakt mijn bananenpannenkoek. Geen drukte? Geen stress? Ik ben verbaasd. ‘Goodmorning mama, everything is under control!’ Ik geniet van haar kalmte, ik laaf me eraan. Het is zo heerlijk om in zo’n omgeving te werken en ik kan daar zoveel van leren!
Als even later blijkt dat de generator niet gestart kan worden omdat de battery het niet doet, wordt er een hoop op het hoofd gekrabt. Uiteindelijk wordt de battery van een motorbike gebruikt om het kreng op te starten en wordt het later wat definitiever opgelost (kopen gedestilleerd water: hé, was dat nou alles?). De gasten hebben niets gemerkt; zij krijgen een warm welkom, worden ingeschreven (gewoon, handgeschreven op een blaadje in plaats van op een mooi geprinte presentielijst), krijgen hun koffie, thee, water…
We hebben overigens niet veel last van de gasten die in de meetingroom de training volgen; soms schalt hun stem over de binnenplaats en vraag ik verbaasd aan Gloria wat er aan de hand is. Hebben ze ruzie? Maar nee, ‘this is the way they talk….’ We helpen wat met het uitdelen van de lunch (pilau met vlees) en gaan verder met ons werk. Later die dag proberen we Windows 8 te installeren op de computer van Gloria… ik verwijs hier graag naar mijn vorige blog: ik maak daar een opmerking over het ronddraaiende wieltje, waarvan ik het bestaan bijna vergeten was. Well, ik ben weer helemaal terug, hoor, trip down memory lane!
Even een tussendoortje. De stekkerdozen in Kenia zijn driepolig en het zou dus niet meer dan normaal moeten zijn dat alle stekkers in Kenia ook drie pootjes hebben. Niets is minder waar: niet alleen mijn Europese stekkers zijn allemaal tweepolig, ook Keniaanse opladers etc. hebben heel vaak maar twee pootjes. Maar Afrika zou Afrika niet zijn als er geen truc zou zijn om die tweepolige stekkers toch in de dozen te krijgen. Well, je neemt een potlood, een pen, een brillenpootje of iets dergelijks, steekt die in het derde gat, duwt de zekering naar beneden en plugt je tweepolige stekker erbij. Vervolgens haal je potlood, pen of brillenpootje uit het derde gat en je oplader (of computer or what else) is aangesloten. Het kàn zijn dat de stekker niet hélemáál kan worden ingeplugd, maar ach, een kniesoor die daarop let.
Vorig jaar in Malawi was dit ook zo en ik heb toen speciaal een klein houtje gesneden uit een tak om deze truc uit te voeren (zodat ik niet elke keer de bril van Jan Willem moest lenen) en ik heb ‘m natuurlijk bij me! Een mens moet tenslotte wel weten wat je absoluut niet mag vergeten als je naar Afrika gaat …
Therapy Day
En dan breekt de woensdag aan, opnieuw Therapy Day. Omdat de therapieruimte net om de hoek van het kantoor is en er niet minder gepijnigd wordt dan vorige keer, gaat ook dit keer het huilen, schreeuwen van de kinderen me door merg en been. Het lijkt wel of het me nog meer doet nu ik de kindertjes (bijna) allemaal ‘ken’. Ik breng wat tijd met ze door, probeer in de grote wachtruimte even met de moeders te praten, kietel die prachtige kleine kereltjes en probeer ze aan het lachen te maken. Ze vinden me wel interessant, vooral de wat grotere kinderen, die het prachtig vinden om de foto te zien die ik zojuist van hen heb gemaakt. De moeders zijn ook wat minder bescheiden dan vorige keer … Ik communiceer soms via Gloria, soms spreken ze ook wat Engels en ik geniet van hun openheid. Omdat Derrick heel vroeg is begonnen met de behandelingen kan hij tegen lunchtijd alles al afronden; ik heb zo’n respect voor die man, want ik weet dat hij kapot is na zo’n ochtend!
Fridah heeft weer voor een weeshuis gekookt: een enorme bak met pap voor de kindertjes, en ‘Ugali’ met een soort stoofvlees en ‘soup’ (saus) voor de gasten en ook voor Derrick, Edward, Gloria en mijzelf. Het is voor het eerst dat ik the cooking van Fridah niet lekker vind: de Ugali (of Nsima, net zoals in Malawi) is een van maismeel gemaakte bal (zie vooral de foto en het is ècht een enorme hoeveelheid!), die naar … uh… cement smaakt. Helaas vind ik het vlees ook niet echt smakelijk; ik eet twee hele kleine stukjes ugali en slobber wat van het sausje, de rest zet ik stiekem terug in de keuken. Ik besluit vandaag te leven van mijn dagelijkse hoeveelheid mango’s en bananen.
Ukunda
Ik heb op donderdag de afspraak gemaakt om naar Ukunda te gaan. En hoewel ik nauwelijks geslapen heb van de hitte en de opspelende parasiet die al zo’n paar jaar in mijn lijf leeft, sta ik om 06.15 uur naast mijn bed. Fridah heeft een heerlijke omelet gemaakt met zoveel pepertjes, dat ik mijn parasiet sterkte wens. Ukunda ligt ongeveer een uur van Mshiu af en het is de dichtstbijzijnde plaats waar je geld kunt pinnen (de andere kant op is dat Lunga Lunga, maar de weg daarnaar toe is zo ongelofelijk slecht …). Ik pak om 07.00 uur de matatu en heb binnen no time twee kindertjes op schoot. Dat is overigens heel normaal!
Ik zie onderweg veel verbrand land en begrijp dat de boeren dit zelf doen: dan hoeven ze het niet om te spitten.
Naast dat ik in Ukunda geld ga halen voor mezelf, ga ik inkopen doen voor de inmiddels twee geopende en de vier binnenkort nog te openen outreach offices: vloermoppen met emmers, prullenbakken, 20 liter jerrycans, 5 liter detergent (opappos: te gebruiken voor alles, de was, de afwas, de tafels, de vloer etc.), schoonmaak doekjes en een plastic jag (waterkan met deksel). En let op: dat alles dus maal zes! Plus nog drie bezems en drie vloermoppen met emmers voor Fridah. Ik heb van te voren bedacht (ja, hoe is het mogelijk) dat ik dat niet allemaal met de matatu mee terug kan nemen, dus heb ik Alunda (de vaste chauffeur) gevraagd om mij op te pikken bij de Nakumat (de grote supermarkt). Ik zit net aan een verdiende kop (echte) koffie (in Kenia is oploskoffie de standaard) als hij komt aanrijden met zijn enorme 4WD. Hij drinkt een kopje koffie mee en we vertrekken richting een tweedehands ‘winkel’ waar ik een bureaustoel kan kopen voor Gloria (met dank aan de sponsoren Nancy en Wiebe). We moeten lang wachten, want de shop owner ‘is er nog niet, maar onderweg’. Na anderhalf uur vraag ik me af of die man uit Zuid Afrika moet komen of zo, maar uiteindelijk duikt hij toch op. Hij opent een soort ‘garage’ en ik lig helemaal in een deuk … zie de foto’s want het is niet te beschrijven.
Er zijn heel veel bureaustoelen en ik kies uiteindelijk uit de 25 rode en 2 blauwe stoelen een blauwe, die alleen erg stoffig is. Er komt iemand aanrennen die ‘m meeneemt (ik neem aan om ‘m schoon te maken) en ik start de onderhandelingen. Well… het is een harde strijd en ik citeer hem hier kort ‘You are killing me, mama, I have kids and a wife and you are killing me!’ Ik blijf keihard, haal alles uit de kast en geef aan dat ik het geld ook best aan KidsCare wil geven in plaats van aan hem… en uiteindelijk (natuurlijk) win ik.
En dan komt die jongen weer aanlopen, met de stoel. Ziet er schoon uit … maar wel zeiknat. Hij is gewoon met de hogedrukspuit schoongespoten en we krijgen hem druipend van het water stralend overhandigd. Ik kom niet meer bij … Alunda is minder blij: dat drijfnatte ding moet toch mee in zijn auto en we hebben geen plastic bij ons om zijn banken te beschermen. Well… ik prop het ding op de achterbank, bovenop de detergent, mops en 20 liter jerrycans en we vertrekken.
Nog even langs een winkeltje waar we de ingrediënten halen voor ‘soapmaking’. De Social Workers willen graag weten hoe vloeibare zeep gemaakt wordt, zodat zij dit hun households vervolgens weer kunnen leren. Die kunnen daarmee weer een klein beetje inkomen genereren en weer een klein beetje economisch onafhankelijk worden.
En dan zijn we klaar. Inmiddels is het gaan regenen … nou ja, het is op zijn Nederlands gaan gieten. Toch rijden we met de ramen open (het is tenslotte toch nog steeds 29 graden). We worden wat nat door naar binnen waaiende regen, maar dat maakt trouwens niet uit… het dak lekt (nou ja… het stroomt gewoon uit alle kieren en gaten de auto in) zodat het geen verschil maakt, raam open of raam dicht. Als ik zeg dat het wel NL weer lijkt, wil Alunda alles weten over het weer in NL: moeten we ’s morgens de deur losbikken als het vriest? Valt er ijs uit de lucht? Wat is sneeuw? En hoe ga je dan naar buiten? Wat trek je aan? Ik probeer het allemaal zo helder mogelijk uit te leggen, maar hij ligt af en toe helemaal in een deuk … ja, we zijn een komisch landje!
Vrijdag ga ik eindelijk een dagje mee de fields in samen met Josephine, de Social Worker, en Mohammed (Modi) die af en toe meegaat omdat de paden zo enorm zanderig zijn en het niet eenvoudig is om hier met de piki piki (motorbike) te rijden; hij gaat dus mee om Josephine indien nodig te helpen. Het is een indrukwekkende dag, van 09.00 tot 16.30 uur, waarvan ik doodmoe terugkom. Maar ik zal hier later nog eens over bloggen.
Als ik naar de keuken loop, blijkt mama Fridah in haar buitenkeukentje te zitten. Ze kookt Ugali. Ok, ik ben blij dat het bijna weekend is en ik dat niet hoef te eten. Hoewel… ze weet wel dat ik het niet lekker vind en zou waarschijnlijk wel wat anders voor mij hebben gemaakt…
Wat gaat zo’n week vlug. Morgen zullen de laatste dingetjes gedaan worden, en dan stap ik weer in de matatu om naar Mbuyu Beach te gaan. Ik laat de office dan weer voor even achter en laat me door Isabelle en Werner verwennen met zicht op zee.
Een fijn weekend gewenst voor iedereen!
Grada
Geef een reactie