Geplaatst op 29 januari 2018 in Kenia, KidsCare Center Mshiu
Om 8 uur ’s morgens sta ik gapend langs de kant van de weg, in de hoop dat ik snel een matatu kan pakken. En ik heb geluk: nog geen twee minuten later komt er eentje aan racen, ik steek mijn hand op, hij remt zo hard hij kan en rijdt achteruit terug naar mij. Lekker rustig is het zo ’s morgens vroeg, er zitten nog maar zo’n acht mensen in deze matatu! En … het is pas 26 graden, dus ik zak lekker onderuit en soes nog wat door. Helaas niet lang, want 10 minuten verderop stappen er veel meer passagiers in en word ik geplet tussen een man die van mening is dat hij echt anderhalve stoel nodig heeft en een opa die zijn wandelstok demonstratief op mijn (blote) voet knalt. Okay, okay, ik ben wakker …
Lunga Lunga
Ik ben onderweg naar LungaLunga, een stad(je) aan de grens van Tanzania. Daar heb ik afgesproken met Idris, de social worker in deze regio. Op het busstation, het eindpunt van deze matatu, app ik Idris dat ik er ben en nadat ik door wel tien mensen uitermate welkom ben geheten, komt Idris vijf minuten later op zijn piki piki aanrijden. Hij moet nog wat boodschappen doen en dan klim ik achterop en gaan we op weg naar Njareni, één van zijn vier dorpen. Het avontuur kan weer beginnen!
Opa en oma
De zoon van deze twee bijzondere mensen, Jonathan en Clara, is nog niet zo heel lang geleden overleden en zij hebben de zorg op zich genomen voor hun vier kleinkinderen. Waar de moeder is? Ik heb geen idee. Er wordt wat gewapperd met handen, zo van ‘die is weg’, maar waarom dat is, wordt me niet zo duidelijk. Ze zijn na de komst van de kinderen vrij snel door de chief voorgedragen voor deelname aan het homecare programma van KidsCare, omdat het niet alleen een heftige tijd maar er ook nauwelijks geld was.
Jonathan zit op een wat krakkemikkig bankje en laat zijn zere been zien. Hij kan weinig doen, strompelt wat met een stok rond. Zijn vrouw is op advies van Idris begonnen met een klein winkeltje, waar de buurt groenten en andere kleine benodigdheden kan kopen. Ze krijgt net als wij er zijn casaves geleverd: zo’n tien stuks neemt ze van de verkoper over. Het winkeltje ziet er echt heel mooi uit en ze is dan ook supertrots. En hoewel dat er misschien nog niet zo mooi uitziet, maar de buitenkeuken (naast de geiten) is ook in aanbouw!
De kleine (buurt)kinderen vinden het (zeg maar ‘mij’) maar niks: als ik ook maar een stap te dicht bij doe, schieten ze onder Clara’s kanga. Een van de grotere kinderen wil wel op de foto en is supertrots als ik hem de foto laat zien!
Merry-go-round
Dit huishouden doet mee aan de in Njareni ingevoerde ‘merry-go-round’: elke maand geven 9 van de 10 huishoudens een deel van hun inkomsten van KidsCare (1500 Ksh) aan het 10e huishouden (het bedrag wordt gezamenlijk vastgesteld). Dat 10e huishouden is dan in staat om met dat geld iets ‘groots’ te doen, zoals bijvoorbeeld in bovenstaande situatie dat buurtwinkeltje van Clara. Maar soms worden er iron sheets (golfplaten dak) van gekocht of de palen voor een nieuw te bouwen huisje.
En zo krijgt elke maand een ander huishouden de kans om in één keer een grote uitgave te doen. Het is een bekend systeem in Kenia en men is zeer bereid om hiervoor zo’n 9 maanden lang met minder geld uit te komen. En men bemoeit zich onderling niet met de keuze van het gezin, dat die maand voor het ‘grote’ bedrag aan de beurt is.
Gehandicapt
We gaan langs bij Hadisha, een van de KCV’s (de lokale KidsCare Volunteers, vijf per dorp) van Njareni. Ze is thuis, en Idris vertelt dat zij voor de geboorte van haar zoontje Benjamin als lerares werkzaam was. Helaas bleek Benjamin gehandicapt en moest zij stoppen met haar werk om fulltime voor hem te kunnen te zorgen. Vader is visser en is vaak en lang van huis weg.
Als wij aankomen, ligt het manneke heerlijk met zijn duim in zijn mond op een mooie mat in de schaduw te slapen. Moeder is mais aan het pletten in de grote vijzel… wat een waanzinnig zwaar werk!
Idris vertelt dat ook dit gezin meedoet met de merry-go-round in het dorp. Er lopen daardoor inmiddels eenden rond die zich snel vermenigvuldigen en in de bush staan een paar geiten met een bok die er wel pap van lust: alle geiten zijn zwanger!
Benjamin zit in het CSA-programma (Children with Special Abilities) van KidsCare. Kon hij een jaar nog helemaal niks behalve liggen, nu kan hij door de therapie van Derrick al zelfstandig rechtop zitten. Hij is er nog niet, en hij zal mogelijk nooit zelfstandig kunnen worden, maar hij ziet er gezond uit en Hadisha verstopt haar zoontje echt niet meer!
Als ik weer achterop de piki piki zit, bedenk ik dat Hadisha dus regelmatig vanuit deze uithoek het hele eind naar het busstation loopt (of misschien een lift krijgt achter op een piki piki) en vervolgens de matatu neemt naar het Center. Ik heb diep respect voor haar!
Vooruitgang
Het volgende huishouden dat we bezoeken zit acht maanden in het homecare programma van KidsCare. Ik ben ook hier weer volledig verrast door de enorme vooruitgang die dit gezin, man, vrouw en vier kinderen onder de 18 jaar, in zo’n korte tijd hebben geboekt. Idris laat me de plek zien waar eerst hun hutje stond. Hij heeft hen geadviseerd een nieuw huisje te bouwen, de keuken buiten te plaatsen en iets verder weg een toilet te maken. En wat is het opgeknapt: het huis heeft (ook weer via het merry-go-round systeem) een golfplaten dak en de keuken een ‘grasdak’ en mij wordt trots uitgelegd dat gras langer meegaat dan makuti’s, die toch al snel elke zes maanden vervangen moeten worden.
Idris heeft dit gezin geadviseerd te proberen een business te starten. Hiervoor heeft hij een training aanbevolen, zodat er wat meer kennis komt van inkoop en verkoop en het omgaan met geld. Ze gaan binnenkort beginnen!
Enge mzungu
Inmiddels ben ik zowat bij elk huisbezoek wat we hebben afgelegd met een huilend kind geconfronteerd. Nou weet ik wel dat ze waarschijnlijk niet zo heel vaak een mzungu tegenkomen, maar ik vraag me af of ik er echt zo angstaanjagend uitzie. Als ik langs de achteruitkijk spiegel van Idris’ motor loop, kijk ik toch stiekem even naar mijn spiegelbeeld. En ik zie dat mijn haren recht overeind staan waarschijnlijk omdat ik geen helm draag vandaag (yeah!!!). En zelfs ik schrik van mijn woeste bos haar, die heel nodig een knipbeurt nodig heeft. Maar ja, dat gaat nog even duren, nu ik een paar weken langer mag blijven!
Ik fatsoeneer mijn haar vervolgens na elk ritje en hoop dat ik er vanaf nu wat minder afschrikwekkend uitzie!
Geen boom
Dit gedeelte van de KidsCare regio, zo valt me ineens op, is toch weer anders dan de andere locaties waar ik ben geweest. Zo zie ik af en toe wat huizen in een groepje bij elkaar staan en ook valt me op dat er niet altijd een boom bij het huis staat. Zo’n boom is natuurlijk een heerlijke schaduwrijke plek, waar de mensen vaak zitten, eten, rusten… Maar ook bij het vierde huishouden zie ik alleen op een wat grotere afstand een boom waar men onder zou kunnen zitten.
Een beurs voor een leerling
Sinds het gezin met zes kinderen, waar ik vervolgens mee naartoe word genomen, in het homecare programma is opgenomen, gaan de vier oudste kinderen naar school. Idris vertelt dat één van de kinderen het op school heel erg goed doet en hij hoopt dat dit ook zo blijft. Want naast het drie jaar durende homecare programma van KidsCare is er nog een mogelijkheid dat kinderen na de primary school (basisschool) via de aan KidsCare gelieerde stichting Waridihome een scholarship kunnen krijgen voor ofwel een beroepsopleiding (timmerman, naaister, kapster) ofwel voor secundairy school (middelbare school). En hiermee kan de toekomst van het kind maar zeker ook van het gezin in positieve zin enorm worden beïnvloed!
Vader William is visser maar heeft inmiddels ook al zijn oude hutje afgebroken en een mooi huisje met twee slaapkamers gebouwd. Ze zijn ook begonnen aan de externe keuken, maar die heeft helaas de regenperiode niet overleefd. Het toilet verderop is wel helemaal klaar. Idris heeft dit gezin verder op economisch niveau uitgebreid geadviseerd en vooral benadrukt hoe belangrijk het is om een gedeelte van de gevangen omeno (kleine wit-zilveren visjes, die gedroogd worden) in een soort goederen-merry-go-round te brengen: omeno ruilen tegen ander voedsel. Hij hoopt dat een meer gebalanceerd voedingspatroon de gezondheid van deze hardwerkende mensen zal verbeteren. William en zijn vrouw Nia volgen op dit moment trainingen op het gebied van agriculture, livestock (landbouw en veeteelt) etc.
En het moet gezegd worden: het is echt aangeslagen, want inmiddels is er een aantal koeien, waarop zij verschrikkelijk trots zijn.
Als allerlaatste vertelt Idris dat hij met dit gezin, maar ook met zijn andere huishoudens, vaak overlegt over family planning. Ik ben verbaasd dat zo’n jonge vent dit hier in Kenia gewoon ter sprake brengt. Ik zeg niet dat het een taboe is, maar om nu te zeggen dat het open en bloot wordt besproken… nee, dat niet.
Een bijzondere ontmoeting
Na tien minuten rijden op zandpaadjes, waarbij Idris (voor mij onbegrijpelijk) precies weet waar hij rechts- of linksaf moet slaan, komen we aan bij Omar. Hij is het hoofd van een gezin met drie kinderen, dat ook nog een weeskind heeft opgenomen. Hij is uitermate klein van stuk (ik voel me een reus!) en loopt moeilijk met een stok. Zijn benen zijn niet meer wat ze geweest zijn, maar hij laat mij trots zijn erf zien: een mooi nieuw huis voor hem en zijn vrouw Safia, een tweede huisje voor de kinderen en hij is bezig met de buitenkeuken; en natuurlijk staat verderop het toiletgebouwje.
Hij verbouwt mais en na de oogst plant hij direct green pies (een soort linzen). Ook hier wordt dankbaar gebruik gemaakt van de ervaring van Idris en de successen die deze bijzondere social worker elders al heeft kunnen bewerkstelligen.
Omar en Safia zijn hardwerkende mensen. Zij werkt op een dichtbij gelegen schooltje, waar zij voor de kinderen kookt, hij is de chairman van de 15 huishoudens (10 in het KidsCare programma en 5 KCV’s) en heeft samen met Idris mooie nieuwe ideeën, die uiteindelijk tot nieuwe initiatieven leiden. Zo hebben zij, in navolging van het CBHB project (het bijenproject), besloten om iets dergelijks op te zetten met kippen: een poultry cooperation, ook weer via het merry-go-round systeem. Later die ochtend gaan Idris en ik even kijken op de plek waar het toekomstig onderkomen van de gezamenlijke aan te schaffen poultry wordt opgezet.
Ik ben enorm onder de indruk van alles wat Omar vertelt en me laat zien. Maar vooral ben ik geraakt door zijn enthousiasme, zijn gedrevenheid, zijn honger naar kennis en zijn wens om samen met anderen de wereld, zijn wereld en de wereld van zijn kinderen een beetje beter te maken. We móéten natuurlijk samen op de foto, en in de korte tijd dat ik bij hem mocht verblijven weet ik, dat ik Omar ook zonder die mooie foto nooit zal vergeten!
School
Idris rijdt een klein beetje om zodat ik ook nog even het schooltje kan zien waar Safia werkt. Het is net pauze, de kinderen zwermen naar buiten en ik mag eventjes van de piki piki af om wat foto’s te nemen. Safia is nou niet direct van plan om voor mijn camera te verschijnen, maar de kinderen vinden het prachtig. Ze worden aangemoedigd door de prachtige juf om mij in het Engels toe te zingen en dat doen ze dan ook met overgave. Wat voel ik me toch overal waar ik kom ongelofelijk welkom!
Het houdt niet op
Nee, het houdt inderdaad niet op. Want Idris neemt me mee naar Ummi, een vrouw die pas op oudere leeftijd in het homecare programma is opgenomen, namelijk toen zij de zorg op zich nam voor de kinderen van haar overleden zoon en schoondochter. Ik kijk mijn ogen uit naar deze bijzondere vrouw, héél klein van stuk, 70 jaar, ze ziet er breekbaar uit, maar is toch nog behoorlijk energiek.
Er volgt een voor mij onverstaanbaar gesprek tussen Idris en Ummi, die echt geen woord Engels spreekt. Als Idris me later probeert uit te leggen wat er speelt, word ik toch wat somber.
Idris, sinds ruim een jaar in dienst bij KidsCare, heeft sinds zijn komst geprobeerd haar te helpen een business te beginnen: kippen houden. Er is een mooi kippenhok gebouwd, maar het lukt Ummi gewoon niet om mee te doen aan het merry-go-round systeem. Dit betekent dat het voor haar heel moeilijk blijft om in haar eentje voor voldoende inkomen te zorgen, nu en in de toekomst. De twee kleinkinderen gaan naar school, zitten in de 6e en 8e grade. Ze maakt zich vooral zorgen over de toekomst van Peter, de jongste. Over negen maanden zijn haar drie jaar support via het homecare programma van KidsCare voorbij en Peter zou natuurlijk nog een aantal jaar naar school moeten. Ze heeft Idris gevraagd of er geen mogelijkheid is om langer in het programma te blijven.
Mijn hart breekt een beetje, want ik weet dat de termijn van drie jaar niet verlengbaar is. Ik vraag Idris of hij weet hoe met name Peter het doet op school, wat voor leerling hij is. Ter plekke besluit Idris met mij naar de school te gaan (op een steenworp afstand) om met de hoofdmeester te gaan praten.
Een stoel
Ook op deze school worden we allerhartelijkst verwelkomd. We krijgen voor eventjes in een van de offices een stoel aangeboden; ik blijk er eentje met drie poten te hebben! Gelukkig ben ik op het puntje gaan zitten, anders had ik languit op de grond gelegen. Het meisje wat de stoelen voor ons moest halen, krijgt fors op haar kop van de administratief medewerkster, maar ik probeer het enigszins te verzachten door te lachen en te zeggen dat ik goed overweg kan met een driepotige stoel! Gelukkig moet het meisje ook lachen en plaatst de stoel weer tegen de muur, zodat hij weer zonder problemen dienst kan doen!
Een goed gesprek
Samen met de hoofdmeester, de leraar uit de 6e grade en Peter zelf (die er een beetje stilletjes bijzit) neemt Idris de schoolresultaten van Peter door. Hij is geen briljante leerling, een beetje gemiddeld, maar heeft in de 5e grade wel een ontwikkeling doorgemaakt: hij is van plaats 40 op de ranglijst naar plaats 30 opgeschoven.
Peter vertelt op verzoek van de hoofdmeester dat er thuis (bij Ummi) geen elektriciteit is en dat hij daarom niet veel kan oefenen met lezen. Ook zijn broer uit de 8e grade kan hem niet zo goed helpen. De hoofdmeester biedt hem aan om ’s avonds van 19 tot uiterlijk 21 uur naar de school te komen, want hier is wel licht! Peter knikt en knikt nog eens en blijft verder naar de grond staren. Ik heb medelijden met hem: al die mensen die hem (hoewel bemoedigend, maar toch) toespreken! Pffff….
De hoofdmeester zegt dat er binnenkort examens zijn in de 6e grade en dat er dan duidelijk wordt of de resultaten van Peter weer meer stijgen. Hij weet Idris ook nog wel te vertellen dat Peter elke dag naar school komt en ook actief is in de klas.
Nog even tussendoor
Tussen neus en lippen door wordt Idris nog even op de hoogte gebracht van een kindje met een beperking, dat nog steeds op deze (gewone primary) school aanwezig is. De ouders hebben geen geld en onderling wordt afgesproken dat Idris met de KCV zal bekijken of het kindje in het CSA-programma van KidsCare kan worden opgenomen. Ik word hier heel blij van: kinderen met een beperking worden niet meer weggestopt, er wordt openlijk over gesproken, over hun mogelijkheden, over hulp. Ja, daar word ik van binnen heel warm van!
Armoede
Een van de laatste bezoeken die Idris heeft gepland, gaat naar oma Loba, moeder Winnie en haar twee kinderen Fatu en Juma. Oma Loba heeft gezondheidsproblemen, dikke knieën, ze loopt uitermate moeizaam. Moeder Winne is geestelijk (fors) beperkt. Oma Loba heeft Winnie en Fatu na de geboorte van Juma destijds naar haar huis gehaald, omdat wel duidelijk was dat Winnie niet voor zichzelf en haar kinderen kon zorgen.
Dochter/zus Raziya, die verderop woont, zit in het homecare programma en heeft Idris destijds meegenomen naar haar moeder en zusje, omdat zij de situatie daar onhoudbaar vond en nog steeds vindt.
Juma lijkt normaal begaafd, en ziet er goed gevoed uit. Loba, Winnie en zus Raziya (die dus elders woont) lijken ook geen honger te hebben. De armoede van Loba en Winnie en de twee kinderen is echter schrijnend zichtbaar.
Idris haalt zijn boodschappen, die hij deze ochtend voor ons vertrek naar Njareni in LungaLunga heeft gekocht, uit zijn rugzak en ik zie dat hij voor Loba melk, boter en meel heeft gekocht. Van zijn eigen geld. Deze social worker heeft zo’n enorm groot hart!
Kleine Fatu ligt op een matje in de schaduw van het hutje. Ik probeer contact met haar te maken, maar dat lukt nauwelijks. Ze praat niet, haar armpjes en beentjes bewegen niet, als ik haar handje oppak, valt het volledig krachteloos weer terug op de mat. Haar oogjes proberen me aan te kijken, maar ze beweegt haar hoofdje niet. Ze ziet er maar magertjes uit en als ze zachtjes kreunt (en daar ook niet mee stopt) zeg ik tegen Idris dat ze honger lijkt te hebben. Oma Loba wordt vervolgens aangespoord om Fatu wat melk te geven, maar het is Raziya die deze taak op zich neemt: Loba kan nauwelijks lopen, moeder Winnie lijkt niet eens te begrijpen wat er gevraagd wordt. Raziya zet het meisje tegen de muur van het hutje en voert haar wat melk. Ze slobbert een half bekertje naar binnen…
Ik krijg van Idris te horen dat Derrick Fatu heeft bezocht om te kijken wat hij aan haar fysieke toestand zou kunnen doen. Fatu heeft echter ook last van epileptische aanvallen en Derrick vindt dat daar eerst iets aan moet gebeuren voordat hij aan de slag zou kunnen met haar. Fatu zou dus eigenlijk naar het ziekenhuis in LungaLunga moeten gaan om medicijnen te halen, maar nogmaals: oma en moeder zijn daar (de eerste lichamelijk en de tweede geestelijk) absoluut niet toe in staat. Daarnaast geldt er voor het ziekenhuis 200 Ksh (iets minder dan € 2,00) eigen bijdrage en ook dat is een drempel (de medicijnen tegen epilepsie zijn wel gratis). Idris heeft Raziya geadviseerd om per maand 20 Ksh (€ 0,20) te sparen, zodat zij Fatu een keer kan meenemen naar het ziekenhuis.
Lunch
Hoewel Idris nog een paar huisbezoeken op zijn (en dus mijn) programma heeft staan, zeg ik tegen hem dat ik terug naar KidsCare moet. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om hem te zeggen dat ik meer situaties niet meer aan kan; ik heb vandaag mijn grens bereikt.
Idris nodigt me uit voor de lunch en dat neem ik graag aan, dan kan ik even bijkomen. We eten gezellig samen in Hotel Al Jazeera een portie pilau (rijst met kruiden en een paar botjes vlees erin), giebelen met twee meisjes die selfies met ons maken.
Maar mijn hoofd is er niet echt bij. En ik weet dat het niet slim of verstandig is, en ja, ik weet ook heus wel dat het niet ècht helpt, maar voordat we vertrekken trek ik 500 Ksh (een kleine € 5) tevoorschijn en geef het aan Idris. “Wil je ajb af en toe wat eten kopen voor Fatu?”
Terug
Op de terugweg in de matatu kom ik een beetje tot mezelf. En natuurlijk komt de spijt van mijn ondoordachte actie, schaam ik me een beetje dat ik weer eens gedacht heb dat met geld oplossingen kunnen worden ‘gekocht’. En ik besluit om later deze week te kijken of ik nog iets meer kan doen voor Fatu en haar familie. Dat besluit brengt een beetje rust in mijn hoofd en hart en zorgt ervoor dat ik toch weer een beetje kan glimlachen om alle malle avonturen die ik weer meemaak tijdens deze matatu trip terug naar het Center…
Met een bedachtzame groet,
Grada
Henny zegt
Als je daar elk jaar heen gaat, zou het dan een optie zijn om in Nederland jaarlijks een crowdfunding op te zetten? Zodat je iets mee kunt nemen?
Ik blijf je graag volgen. Je schrijft sprekend.
Floor Geenen zegt
wat een indrukwekkend en ontroerend verslag, het was alsof ik even met jou mee mocht lopen. dank dat je deze moeite neemt en met jouw energie daar toch ook voor voeding zorgt. heb het goed daar en kom met een vol hart en hoofd weer veilig terug naar NL. liefs xx
sandra Lo Kioeng Shioe zegt
Zoveel respect voor jou!!!