Geplaatst op 13 mei 2017 in Nederland
Al eerder schreef ik in mijn blog ‘Eigen(n)aardigheden’[1], dat ik van jongs af aan graag alles zelf wilde kunnen. En dat is niet echt veranderd in de loop der tijd. Ik kan slecht hulp vragen, zoek het liever zelf uit en probeer het eerst zelf wel tot ik een ons weeg (nou ja… was dat maar waar). Ik vind het enerzijds een goede gewoonte om zoveel mogelijk onafhankelijk te zijn, maar anderzijds moet ik bekennen dat er ook grenzen zijn, dat ik grenzen heb aan wat ik kan…
Grenzen
In Afrika lijkt het alsof die grenzen er niet zijn. Mensen aanvaarden hun lot en blijven naar mijn gevoel zo vaak gewoon ‘doormodderen’ en wachten tot … ja, tot wat eigenlijk?
Als ik kijk naar de familie van Fatuma[2], dan zie ik naast wanhoop en onmacht ook een soort leegheid. Een soort afwachten, vertrouwen dat het op de een of andere manier wel goed komt (of niet), dat er wel eten gebracht zal worden, dat mensen zich om hen zullen bekommeren. De verhalen in de nieuwsbrieven van KidsCare raken me op dat punt elke keer weer. Bijvoorbeeld het verhaal van de vrouw van 63 jaar die voor de vier nog jonge kinderen van haar overleden dochter zorgt. Ze ziet echter zo slecht, dat ze niet kan werken. En dat betekent natuurlijk geen inkomen. Haar familie woont ver weg en kan haar dus niet ondersteunen. Ze krijgt, net als de familie van Fatuma, soms eten van de buren.
Het leven is hard, en soms echt te hard.
Of dat jonge gezin, waarvan de vader kortgeleden is overleden aan Aids en waarvan de moeder ook HIV-positief is. De grond, waarop hun kleine huisje staat, is door familieleden van de overleden vader verkocht. Moeder moet, met haar vijf kinderen (waarvan nog niet duidelijk is of ook zij geïnfecteerd zijn), het huisje verlaten. Ze zijn volledig afhankelijk van hun omgeving. Hoe het verder moet? Ik heb geen idee!
En ik kan alleen maar denken: ‘oh, als het maar niet gaat zoals met die andere moeder’ … verlaten, achtergelaten door haar man met vier kinderen, waarna ze hulp kreeg aangeboden door de één na de andere man, die haar vervolgens ook weer verlieten. Ze ‘kreeg’ van deze mannen nog drie kinderen. Ze verbouwt nu cassaves, waarvan ze chips bakt en die verkoopt. Helaas levert dat nauwelijks voldoende inkomen op.
Ja, het leven is hard, vooral in deze uithoek van Kenia, de subcounty LungaLunga, tegen de grens met Tanzania aan. Een minder in het zicht liggende deel van Kenia.
Afrikaanse lessen
Ik ben altijd erg kritisch geweest ten opzichte van vrijwilligerswerk. Ik vind dat vrijwilligers best mogen helpen, maar vind vervolgens nadrukkelijk dat een vrijwilliger het vooral niet mag overnemen van de mensen ter plaatse. Verder is één van mijn eisen voor wat betreft vrijwilligerswerk altijd, dat men niet van mij mag verwachten dat ik de Nederlandse manier van werken ga overbrengen naar organisaties in een andere cultuur. Ik wil, met mijn deskundigheid op verschillende gebieden, kijken of er wat efficiënter gewerkt zou kunnen worden en weet dat ik met soms zo eenvoudige tips en tricks (bijvoorbeeld met betrekking tot computerprogramma’s zoals Office) een wereld van verschil kan maken. De ratrace echter, die ik zelf jaarlijks zo’n zes weken probeer te ontvluchten, wil ik onder geen beding naar Afrika brengen.
Sterker nog, ik krijg zoveel praktische- en levenslessen tijdens deze periodes, dat ik die graag hier in Nederland zou willen doorgeven. Helaas, dat zal nooit gebeuren: wie heeft daar nou tijd voor?!
Meer dan je lief is…
Tijdens mijn eerste periode bij KidsCare heb ik grote bewondering gekregen voor het werk van deze Afrikaans/Nederlandse organisatie. Sinds de oprichting in 2010 ligt de focus geheel op de ontwikkeling van KidsCare en haar thuiszorg voor wees- en hulpbehoevende kinderen.
En in de afgelopen jaren zijn vervolgens veel doelen bereikt: zo zijn er inmiddels in veel dorpen ‘outreaches’ waar de Sociale Workers hun spreekuren houden en die huishoudens bezoeken en begeleiden, die door KidsCare worden ondersteund.
En toch levert dat een probleem op: als je in die afgelegen dorpen werkt, het vertrouwen van de mensen wint, dan ga je méér zien dan je lief is. En daar wil je dan wat aan doen, ik wel in ieder geval. En KidsCare (gelukkig) ook…
Meervoudige handicaps
In het afgelopen jaar is een speciaal project gestart, waarin de gezinnen van 75 kinderen met een verstandelijke beperking thuis worden ondersteund. Het project heeft de prachtige naam ‘Yes I can’ gekregen. KidsCare wil hiervoor het ‘community based homecare programma’ uitbreiden, waarbinnen dan ook kinderen met een verstandelijke of meervoudige handicap kunnen worden geholpen. Primair doel is het versterken/verbeteren van de positie van deze kinderen. Maar er is ook een secundair doel en dat is het werken aan de capaciteitsopbouw van zowel de eigen organisatie (KidsCare) als de direct betrokken Keniaanse stakeholders in het plattelandsgebied (de subcounty LungaLunga).
Hoe gaat dat nou in zijn werk?
In overleg met de dorpsoudsten gingen de Social Workers, gestationeerd in ‘hun’ dorpen, aan de slag om de kinderen met een verstandelijke en/of meervoudige handicap in kaart te brengen. Vervolgens werden in een eerste bijeenkomst in oktober 2016 50 kinderen en hun ‘caretakers’ (verzorgers) uitgenodigd. Diverse Keniaanse gespecialiseerde organisaties waren hierbij aanwezig en het project ‘Yes I can’ werd door hen spontaan omgedoopt in ‘Yes We Can’. De organisaties waren zeer onder de indruk van het voorwerk door KidsCare en de geformuleerde doelen van het project. En dat leidde ertoe dat ze KidsCare hebben beloofd mee te werken aan dit mooie project, het project tot een succes te maken. En geloof mij, dat is bijzonder in een land, waar overheidsorganisaties zeer traag werken…
Inmiddels zijn er sinds die eerste bijeenkomst in oktober 2016 al een tweetal zogenaamde assessmentdagen geweest, dagen waarop de caretakers met hun kinderen naar KidsCare Center kwamen en een soort ‘intake’ plaatsvond: wat is er nodig, wat is er mogelijk en hoe kan KidsCare (in samenwerking met andere organisaties) dit leveren?
Foto’s
Als ik naar de foto’s hiervan kijk, dan groeit mijn hart en word ik, ondanks alles, zo blij …
Deskundigheid
Al eerder schreef ik in mijn blog ‘Op afstand’[3] over het eerste resultaat van het project: de levering van de rolstoelen voor de kinderen die dit echt nodig hebben.
Maar er is al weer meer gebeurd: vanuit Mombasa kregen de Social Workers een training gericht op het bevorderen van hun deskundigheid. En dat hebben ze nodig, want waren zij eerst voornamelijk op de thuiszorg voor wees- en hulpbehoevende kinderen gericht, inmiddels is het werkveld fors uitgebreid. En hiervoor is vaak meer specifieke kennis nodig. Ik heb grote bewondering voor de mogelijkheden die KidsCare zoekt en vindt om deze gespecialiseerde kennis aan te bieden.
Blij en trots
In de afgelopen maanden heb ik op afstand KidsCare gevolgd, heb ik contact gehad met mijn collega’s daar en alle plannen en hun uitwerking ‘meebeleefd’. Ik ben ontzettend blij dat alle kinderen in het werkgebied van KidsCare zichtbaar zijn: gezonde kinderen, zieke kinderen, weeskinderen, gehandicapte kinderen, lieve kinderen, ondeugende kinderen … alle kinderen! Het maakt voor KidsCare niet uit, want een kind is een kind en dat kind is de toekomst …
Met een trotse groet
Grada
[1] Zie deze blog van 25 januari 2017 https://gradasnoek.nl/kenia-2016-en-2017-eigennaardigheden/
[2] zie blog ‘Hoop en wanhoop’ van 3 april 2017 https://gradasnoek.nl/kenia-2016-en-2017-hoop-en-wanhoop/
[3] Zie mijn blog ‘Op afstand’ van 24 februari 2017 https://gradasnoek.nl/kenia-2016-en-2017-op-afstand
Fantastisch werk, diep respect, sccs!
liefs,
Thijs