Geplaatst op 4 maart 2017 in Nederland
De tijd gaat snel en ik vind het weer heel normaal om ’s morgens véél kleren aan te trekken. T-shirts met dikke truien erover heen, sokken en warme sloffen. Ik werk weer regelmatig in mijn kamertje achter mijn desktop of schuif aan achter een van de laptops die in een rijtje staan opgesteld voor mijn opdrachtgevers. Het kleine elektrische kacheltje slaat af en toe aan, net op tijd voor ik koude rillingen krijg. ’s Avonds na het eten staat Splinter, mijn zwart witte, 14 jarige kater, te trappelen om op mijn schoot te kruipen als ik even het journaal kijk. En als de dag voorbij is, vul ik een kruik voor in bed om mijn koude voeten aan te warmen. Met andere woorden, ik ben wel weer gewend aan Nederland, zoals een mens dat doet: ik heb me weer aan de situatie aangepast.
Met horten en stoten
Er gebeurt hier natuurlijk ook weer van alles. Ik begin met horten en stoten aan mijn nieuwe opdracht als ambtelijk secretaris van een OR… en sluit hem vrijwel meteen ook weer af. Er zijn omstandigheden, waarin ik niet wil en niet kan werken. Zo’n omstandigheid is bijvoorbeeld een voor mij onbegrijpelijke weerstand tegen mijn functie als deskundige in de medezeggenschap. De vijandigheid die ik ervaar van hogerhand, een soort ‘verborgen agenda’ … ik begrijp er niets van. Het is voor mij reden om me alsnog uit de opdracht terug te trekken. Als ik (blijkbaar) weerstand oproep, kan ik niet alleen mijn werk niet goed doen, maar zal het uiteindelijk ook een belemmering vormen voor de samenwerking tussen zo’n OR en zijn bestuurder.
Het raakt me wat er gebeurt en het verwart me ook. Ik slaap een aantal nachten slecht. Ik praat erover met veel mensen en uiteindelijk voel ik wel dat ik de goede keuze heb gemaakt. Het is een keuze voor mijzelf. Maar het confronteert me ook …
Een verborgen agenda
Ik vraag me af of mensen in Afrika dan nooit zo’n ‘verborgen agenda’ hebben zoals in Nederland. Ja natuurlijk wel. Vorig jaar liep ik in Ukunda op het strand en dan duurt het (ook op mijn leeftijd ) niet lang voor er iemand naast je komt lopen. Deze beachboy (Captain Juma) wilde me meenemen naar het rif, wilde me alle prachtige dingen laten zien en, zoals hij dat vleiend zei, van mij ook wat Engels leren. En ik weet bij voorbaat dat als ik zijn uitnodiging aanneem, hij mij achteraf om geld zal vragen. En als ik in Msambweni bij mijn vaste verkopers van die prachtige Afrikaanse spullen bestel (en dat is best veel!) dan weet ik dat bij aflevering metéén de vraag gesteld wordt naar meer. Het houdt nooit op, het is nooit genoeg.
En toch is het anders dan hier in Nederland. Het is niet zo ‘bedekt’, niet zo onduidelijk en daardoor zo onbegrijpelijk. Ik heb moeite met zo’n hierboven beschreven situatie, omdat ik in de eerste plaats niet begrijp wat er gebeurt en in de tweede plaats geïrriteerd raak als er niet gewoon wordt gezegd wat er aan de hand is. Een ‘verborgen agenda’ die ik dus blijkbaar zelf moet opgraven, uitleggen, begrijpen. Tja… dat is niet echt mijn ding en ik krijg er koude rillingen van …
De eerste weken na mijn terugkomst in Nederland verlopen dus niet helemaal zoals ik verwacht had. Het rommelt overal en het duurt dus even voor ik weer mee rommel. Ik heb moeite om de Afrikaanse manier van met elkaar omgaan los te laten en te aanvaarden dat men in dit deel van de wereld eigenlijk niet zegt wat men denkt, voelt en vindt en naar mijn idee dus wat ‘onecht’ acteert.
Het jongetje met het waterhoofd
Ik begin met mijn fotoboek en dat is altijd een enorme trip down memory lane. Ik zet het kacheltje nog wat hoger en droom weg bij foto’s van alle gebeurtenissen en vaak schiet ik ook in de lach. Wat heb ik toch weer een rare dingen gedaan en beleefd! Maar er is natuurlijk ook het trieste verhaal van Ali, het 6 jarig jongetje met het waterhoofd. Juist deze week ga ik op bezoek bij de sponsor, die de CT-scan betaalde en voorafgaand aan dit bezoek mail ik Edward (de Head of Department Social Workers) of hij al wat meer weet van de situatie nu. Ik krijg een uitgebreide mail terug met daarbij het rapport van de occupational therapist van APDK in Mombasa, dat ik hieronder ‘vertaal’ en her en der aanvul:
Ali is met zijn grootmoeder, nadat hij via KidsCare naar APDK is gereisd, vrij snel overgebracht naar Kijabe Hospital (bij Nairobi). Daar werd een uitgebreide anamnese afgenomen. Ali is in 2011 gezond geboren, maar met vier maanden begon hij veel te huilen. In het ziekenhuis werd de diagnose gesteld: hydracephalus (waterhoofd) en er werd een behandeling geadviseerd. Helaas heeft grootmoeder dit advies niet opgevolgd en de reden hiervoor is niet helemaal duidelijk. In 2014 is hij gezien door een team van artsen uit het Kijabe Hospital, die een werkbezoek brachten aan APDK in Mombasa. Toen is geadviseerd een CT-scan te laten maken en hem daarna, mèt de scan, opnieuw te melden bij APDK. Ook met dit advies heeft grootmoeder niets gedaan en de reden hiervan is wel bekend: ze kon de CT-scan niet betalen. In 2016 start de outreach office van KidsCare in het dorp waar oma en Ali wonen en gaan ze bij de office langs. Emmanuel (de Social Worker) neemt contact op met Derrick (de occupational therapist), die vraagt of oma en Ali naar KidsCare Center kunnen komen. Dat gebeurt en dan gaan de ontwikkelingen ineens heel snel. Om niet in herhaling te vallen, verwijs ik hier graag naar mijn blogs ‘Verdriet en vreugde…’(1) en ‘Stroomversnelling …’(2)
De occupational therapist van APDK noteert in de anamnese dat Ali ‘rolling eyes’ heeft en dat de omvang van zijn hoofd 81 cm is. Ik wist dat het groot was, maar dit is een getal waar de tranen me van in de ogen schieten en ik krijg koude rillingen. Ik vrees met grote vrezen … en dat is niet onterecht. Doorlezend begrijp ik dat Ali is doorverwezen naar Kijabe Hospital voor further surgical intervention.
In Kijabe werd direct een CT-scan gemaakt en werd Ali gezien door de neurochirurg. Helaas moest worden vastgesteld dat er geen behandeling meer mogelijk is. Oma is geadviseerd om hem goed te blijven verzorgen en hem naar het ziekenhuis te brengen als hij ziek wordt. Zijn epileptische aanvallen kunnen routinematig behandeld worden.
Twee dagen later zijn Ali en zijn oma terug in Mombasa, bij APDK. Ook daar wordt erop aangedrongen dat oma Ali liefdevol blijft verzorgen, de medicijnen blijft toedienen en ervoor moet zorgen dat Ali occupational therapy (ergotherapie) blijft krijgen. Oma begrijpt de adviezen en vertrekt naar huis…
Lamgeslagen
Een beetje lamgeslagen staar ik hier in Nederland naar mijn computerscherm. Ik lees het rapport van APDK nog een keer en nog een keer, eigenlijk in de hoop toch ergens iets over het hoofd te hebben gezien, het Engels niet begrepen te hebben. Maar helaas, het is zoals het is.
Ik denk aan Ali, aan zijn grootmoeder…
Ik denk aan al die mama’s met hun kindjes, die allemaal wat mankeren en die bij KidsCare aankloppen…
Ik denk aan Derrick, die zich tien slagen in de rondte werkt en daarmee zo vaak hoop brengt…
Ik denk ook aan Bahati, het jongetje van een jaar of zes, onder behandeling van Derrick. Bahati, die het zo goed deed, die van niks doen en hele dagen op de grond liggen, een jaar later toch ineens een aantal stappen kon zetten. Maar die in 2016 veel ziek was, veel in het ziekenhuis lag en uiteindelijk dus op een zaterdag in januari 2017 overleed. Zo’n klein jongetje…
Ik denk aan het jongetje Sombo, dat met zijn mama bij Edward kwam en die een beetje had leren lopen bij Derrick, maar die zo’n dik buikje had dat ze zich er zorgen over maakten…
Ik denk aan de mama van Chikoza en Mangale, haar twee altijd lachende, steeds groter wordende jongens, die niet kunnen lopen (spierdystrofie) en die nu een rolstoel hebben…
Ik denk aan de mama van de vijfjarige Swale, die maar niet lijkt groeien (behalve zijn voetjes ) maar van wie ik altijd zo vrolijk wordt als ik naar dat stralende gezichtje kijk als hij rechtop op de grond of in de stoel zit…
Ik denk aan de mama van Mishi, het spastische meisje, dat sinds kort een rolstoel heeft…
Ik denk aan de hoop, aan de dankbaarheid, aan de vrolijkheid, aan de openheid, aan al die mensen waar ik zoveel respect voor heb, aan de warmte van Afrika…
Een warm en hoopvol weekend gewenst!
Grada
Geef een reactie