Geschreven in Kenia op 2 december 2019
Mijn laptop waarschuwt: nog maar 7%! Ik zucht, maar zie met een zijdelingse blik ook dat het al 13.30 uur is en ik sinds 06.00 uur, na mijn duik in zee, al aan het werk ben. Het is dus eigenlijk ook wel tijd om even te relaxen. Ik sluit af, leg mijn laptop aan de stroom en vertrek naar het zwembad. Liggend in de schaduw mijmer ik over de afgelopen week. De week waarin ik, samen met mama Fridah en haar dochters Faith en Patience vertrok naar Bungoma, ver in het westen van Kenia, tegen de Oegandese grens aan… een reis om nooit te vergeten 😉
De bus
Een uitstekende planning … daarover kan geen twijfel bestaan. De bus zou om 15 uur vertrekken en we zijn dan ook ruim op tijd aanwezig op het busstation in Mombasa. Een drukte van belang en de ene na de andere bus komt voorrijden. Ik word een beetje onrustig als het tegen drie uur begint te lopen en druk mama Fridah op het hart om telkens weer na te vragen of het wellicht om onze bus naar Bungoma gaat. Maar telkens weer wordt ze afgescheept met de mededeling ‘your bus will come … the next one, pole!’
Mijn voorgevoel dat dit de verkeerde kant op gaat, is terecht. Ruim na 15.30 uur deelt een van de medewerkers met een stalen gezicht mee dat onze bus al weg is, maar op het volgende station op ons zal wachten. Ik heb me, samen met mijn medereizigers, nog nooit zo snel in een tuktuk geperst: vier volwassenen, vier tassen/koffers, een zak kleding en een zak coconuts … waarbij het me ook nog eens zeer onwaarschijnlijk lijkt dat een bus een half uur gaat wachten op vier (door henzelf ‘vergeten’) passagiers. En dat is natuurlijk ook zo, verdikkeme! Tegelijkertijd moet ik ook wel grijnzen: TIA (This is Afrika)!
Zuchtend vertrekken we, wéér met een tuktuk, naar het hoofdstation waar mama Fridah enorm tekeergaat tegen de manager, zonder resultaat overigens. Daarna schiet ik als mzungu ook nog maar eens uit mijn slof en blijkbaar maakt dat meer indruk! We krijgen eerst te horen dat we om 21.00 uur kunnen vertrekken naar Nairobi, maar later wordt ons gemeld dat we met de bus van 19.00 uur naar Eldoret, 300 km vóór Bungoma, mee kunnen. Maar natuurlijk niet gratis… want, aldus de manager, ‘it is our policy not to repay’. Mijn mond valt open en ik kan alleen maar snauwen dat ‘your company policy should be to transport your passengers from A to B!’
Een lange reis
Is het op het busstation nog bloedheet, langzaam maar zeker, hoe verder we het binnenland in trekken, wordt het frisser en begint het ook nog te regenen. De ramen zijn nou niet echt waterdicht en langzaam voel ik mijn kleren, mijn vest en mijn rugzak inclusief inhoud steeds natter worden. Ook dat nog…
13 uur later komen we nat en verkleumd, door elkaar geschud, een beetje beurs en doodmoe aan in Eldoret. Een vriend van Derrick, snel opgetrommeld om ons te helpen, wijst ons de weg naar de shuttle naar Bungoma, een soort matatu voor lange afstanden. Uiteraard moet de shuttle, vóór die kan vertrekken, eerst helemaal vol zijn en na een half uurtje kan eindelijk het laatste gedeelte van de reis van start gaan. Wat een weelde, weinig gebonk en geschud, het lijkt wel een limousine (maar dat is het niet hoor!). Ik geniet van het uitzicht en de volstrekt andere natuur dan de oostkust van Kenia. Prachtig!
2,5 uur later komen we aan in Bungoma, waar de buurman van Derrick met zijn autootje op ons staat te wachten en we als haringen in een ton de laatste kilometers afleggen. Wat ben ik blij en opgelucht als we bij Derricks huis aankomen…
Geschiedenis
Ik leerde Derrick kennen bij KidsCare. Hij was de Occupational Therapist, die met liefde zijn werk deed, soms zelfs meer dan dat en sprak over ‘zijn kinderen’. Begin 2018 overleed zijn moeder en Derrick vertrok voor de begrafenis naar Bungoma. Hij kwam niet meer terug naar KidsCare. Het is namelijk binnen zijn ‘stam’ (ik denk de Bukusu tribe) volstrekt gebruikelijk (nou ja, zeg maar gewoon verplicht) dat de oudste zoon naar zijn geboortegrond terugkeert om alle zaken op te pakken. En dat gebeurde dan ook. Zijn vader kreeg een kamer in (zijn eigen) huis, de vrouw van Derrick (Ann) nam het huishouden over en Derrick zelf moest zorgen dat er voldoende inkomen was voor het hele gezin, inclusief broers, zusters, neven en nichten.
Ik heb altijd contact gehouden met Derrick via Whatsapp en soms via email. Ik beloofde hem dat ik in januari 2019 zou proberen hem op te zoeken. Het liep helaas in mijn leven allemaal ook wat anders en pas in oktober 2019 kon ik hem laten weten dat ik hem en zijn gezin samen met zijn schoonmoeder (mama Fridah) in november 2019 zou komen opzoeken!
Een waanzinnig weerzien
Ja, het is een heerlijk weerzien met Ann en haar dochters Melody en Shannia, met vele familieleden die ik (nog) niet ken en later die middag met Derrick zelf. Oma Fridah loopt alleen maar te stralen en Melody en Shannia hangen continu op haar schoot.
Een ‘douche’ (in een hokje met een bak water 😉), schone kleren en een maaltijd verder kan ik er weer even tegen, hoewel ik het gevoel heb nog steeds schuddend in de bus te zitten, alsof ik ‘zeebenen’ heb, en daardoor af en toe mijn evenwicht moet hervinden.
Het is stralend weer, toch gauw zo’n 27 graden, maar mama Fridah en de meiden hebben het ‘koud’. Vooral Faith en Patience vinden het maar niks, die zijn nog nooit verder geweest dan de oostkust, niet verder dan Mombasa, waar het eigenlijk altijd (zomer en winter) ver boven de 20 graden is/blijft; ze hebben dikke vesten aan en verschuilen zich in huis.
En terwijl Douglas (neef van Derrick) in een recordtijd voor mij een Keniaans armbandje maakt (‘It’s a gift!’), krijgen wij van Ivy (nicht van Derrick) een rondleiding over de property. Er zijn wat koeien en kalfjes, natuurlijk ook kippen, er worden peanuts verbouwd en er staat een enorme avocadoboom. De bloemen zijn ook fantastisch, twee soorten aan één plant …
Samen met mama Fridah krijg ik een logeerkamer toebedeeld. ’s Avonds, na het (late) eten, als ik na het tandenpoetsen (een traditie die ze hier maar vreemd vinden) terugkom op de slaapkamer, zie ik haar in bed liggen met sokken en een dik vest aan, onder een dikke, wollen deken die ze tot aan haar neus toe heeft opgetrokken. Ze heeft het koud! Ik schiet vreselijk in de lach en gelukkig giechelt ze met me mee. Ik loop in mijn nachthempie, zonder mouwen op blote voeten rond en het lukt me maar niet om kippenvel te krijgen. Ik check desgevraagd mijn telefoon om te kijken hoe ‘koud’ het is: 18 graden. Ik jok er een paar graden bij voor mama Fridah, anders denkt ze nog dat ze vannacht zal bevriezen.
De markt
De volgende dag gaan we met z’n allen met 3 pikipiki’s (3 personen, inclusief driver, per pikipiki 😉), samen met Ivy en Melody naar de markt in de stad. Het is er druk, heel druk. Ik verbaas me over de meest vreemde artikelen die zijn uitgestald: (ski)handschoenen, dikke windjacks, dikke sokken en mutsen. Mama Fridah vertelt dat het om artikelen gaat die met balen tegelijk vanuit Europa naar Nairobi worden gevlogen en daar te koop worden aangeboden. Je kunt bieden op zo’n baal, maar je kunt niet zien wat erin zit. En dan kan het dus zomaar zijn, dat je een baal winterkleding hebt gekocht, of een baal lakens, of een baal handdoeken. Allemaal tweedehands ingezameld in Europese landen, ook in Nederland. Ik ben een illusie armer ☹
Omdat ik nogal wat spullen voor Derrick en zijn familie bij me had in mijn rugzak, heb ik (te) weinig kleding mee kunnen nemen. Nou ja, ook omdat ik mijn schoenen, sokken en spijkerbroek in mijn tas heb moeten proppen van mama Fridah … ‘because it’s very cold in Bungoma!’
Ik koop onder luide aanmoedigingen van mijn medeshoppers een makkelijke lange jurk voor vier euro. Das te doen toch? Als iedereen wegloopt, houdt het jonge verkoopstertje me tegen. ‘This one is more beautiful, for you!’ Ze drukt me een tweede, inderdaad mooie, jurk in mijn handen. ‘Only 300 bob’, zegt ze (drie euro). Ik schiet in de lach, haal mijn portemonnee weer tevoorschijn en betaal snel. Daarna ren ik de anderen achterna. Ik ben benieuwd wat ze straks, als ik deze laatste aanschaf aan zal trekken, zullen zeggen!
Nadat we nog Afrikaanse stof hebben gekocht, ik een naai-meneer de opdracht heb gegeven daarvan een tas te maken van bepaalde afmetingen (die hij met een krijtje op de stof schrijft), benadruk dat ik er een rits in wil (en kan het vanavond klaar), gaan we nog even langs de Naivas, de Keniaanse supermarkt: er moet namelijk een 10 liter fles water gehaald worden, omdat ze bang zijn dat mijn tere gestel niet tegen het bronwater uit hun eigen borehole (zie de foto’s) bestand is. Ik heb al afgeleerd om daartegen te protesteren, want dat helpt toch niet.
Als we teruglopen om weer wat pikipiki’s aan te houden, wil mama Fridah nog wat mango’s en bonen meenemen. Ze gaat over de rooie als ze hoort dat de mango’s 15 bob per stuk kosten: ‘Thats too much, at my place they cost 10 bob!’ Let wel, het gaat dus om 15 cent of 10 cent. Ze is onvermurwbaar … nee, 15 bob is te veel. Ik duw de verkoper 150 Ksh (€ 1,50) in zijn hand, hij grijnst breed en overhandigt me een plastic tasje. Ik weiger en mompel in het NL: ‘Wil je me soms aan de bedelstaf brengen?’ Want plastic tasjes zijn verboden in Kenia en als je ermee betrapt wordt, kan dat een boete opleveren van 2 miljoen Ksh. Hij grijnst nog wat breder en overhandigt me een ander tasje. En dan mag ik 10 mango’s uitzoeken…
Inmiddels hebben we zoveel boodschappen, dat drie pikipiki’s niet meer genoeg zijn om ons te vervoeren, en we houden er dus vier aan. Ik heb mijn rugzak vol suiker, meel, olie en zout en klem de 10 liter watercontainer tussen de bestuurder en mijzelf in vast. De mango’s, bonen en andere boodschappen worden door mama Fridah beheerd, Ivy houdt Melody vast op de pikipiki en Faith en Patience hebben samen een pikipiki. Het is een bonte stoet, waarbij mama Fridah blijft roepen dat haar driver ‘pole pole’ (rustig) moet rijden…
Meehelpen
Het is absoluut niet gebruikelijk dat welke gast dan ook meehelpt in het huishouden of op een andere manier de handen uit de mouwen steekt. Eerlijk gezegd weet ik niet wat ik zie als mama Fridah (en haar dochters) gewoon gaan zitten met de benen op een krukje (‘it’s my holiday!’) en toekijken hoe hun dochter/zus Ann het vuur uit haar sloffen loopt. Want het is niet alleen haar familie die ze verzorgt: ook Ivy, Douglas, een farmboy, de vader van Derrick (die altijd in de serre eet, omdat hij als weduwnaar niet bij jonge, ongehuwde meisjes mag zitten) en wat andere vage mensen komen binnenlopen en eten ‘gewoon’ mee. Ann zie ik nooit tijdens het eten…
Het kan me echt allemaal niet schelen en samen met Ivy doe ik de afwas, ruim de woonkamer op, veeg het stoepje, geef Shannia de fles en … maak chapati. Natuurlijk heb ik het wel eens eerder gedaan, maar de kennis over de ingrediënten vervagen een beetje en ik ben blij dat ik even word bijgeschoold. Oh ja, zó moeilijk was het om ronde pannenkoekjes te maken!
’s Avonds bij het eten roep ik ‘if someone finds a square chapati, it’s mine!!!’ en de hele woonkamer ligt in een deuk.
Af en toe werken
Ja, ook dat gaat gewoon door. Af en toe pak ik mijn laptop, installeer me in een oude leunstoel in de ‘serre’ en werk voor mijn NL opdrachtgevers. Op een gegeven moment merk ik dat mijn laptop niet meer oplaadt: shit dat kan ik er nu echt niet bij hebben. Samen met Ivy ga ik naar de stad en we lopen een repairshop binnen. De fundi (reparateur) zegt dat mijn oplader kapot is en ergens ben ik wel blij dat het dat is, want dan kan ik een nieuwe oplader kopen. Helaas… dit soort nieuwigheden (notebook) kennen ze hier (nog) niet, maar na vier winkels bezocht te hebben, weet een van de mannen wat hij nog kan proberen: hij laat een enorme stroomstoot door de oplader gaan, waardoor (ik citeer) ‘the charger will be alive again’. En je gelooft het niet, maar het klopt. In de winkel laadt de laptop weer op en we gaan opgelucht terug naar huis. Helaas lukt het daar weer niet en ik geef het op. De elektriciteit in Kenia is behoorlijk instabiel (qua sterkte), waardoor ik eigenlijk hoop dat het in KidsCare Center of Mbuyu straks wel weer gaat lukken.
Oma
Het is duidelijk dat oma Fridah volop geniet. Ze is dol op Melody en kan niet genoeg krijgen van de zeer actieve Shannia. Ze praat lekker bij met Ann en ik merk dat het haar echt heel goed doet om weer even bij haar dochter en haar gezin te zijn. De foto’s zeggen toch genoeg?
Een droom
Het zijn soms korte, soms wat langere maar altijd bijzondere gesprekken die ik voer met Derrick. Hij heeft (eindelijk) een baan gevonden bij het ministerie (welke weet ik even niet meer), maar in de tijd dat hij werkloos was, heeft hij niet stilgezeten. Hij ‘zag’ overal kinderen, jongeren en wat oudere jongeren, die ‘verstopt’ werden omdat zij lichamelijk en/of geestelijk gehandicapt zijn. Toen zijn buurman eerst zijn vrouw verloor en later zijn dochter een vreselijk auto-ongeluk kreeg, waarbij zij een dwarslaesie opliep, bood Derrick op vrijwillige basis aan haar revalidatie te begeleiden. Hij heeft kleine wondertjes verricht: ze kan weer zitten, heeft haar werk weer opgepakt (zij werkt op kantoor) en heeft haar inkomen daarmee zeker gesteld. Daar bleef het niet bij: Derrick ging ‘op zoek’ naar andere gehandicapten, bezocht ze thuis, adviseerde ouders, behandelde af en toe de kinderen en alles op vrijwillige basis. Want er is geen geld beschikbaar voor deze zorg…
Derrick vertelt voorzichtig over zijn droom: wat zou hij graag met een vriend een eigen kliniekje oprichten, waar kinderen behandeld kunnen worden, waar ouders op weg geholpen worden, etc. We discussiëren uitgebreid, maar het wordt me niet echt duidelijk hoe hij deze droom zou willen verwezenlijken als hiervoor geen geld beschikbaar is. Derrick benadrukt dat hij wil sparen door hard te werken bij het ministerie zodat hij ooit zijn droom kan waarmaken.
Een dag later, laat op de avond, spreken we over zijn werk bij KidsCare, het werk waar zijn hart ligt, maar waar hij niet kon blijven in verband met tradities. Hij vraagt me het hemd van mijn lijf over ‘zijn kinderen’, wie heb ik al bezocht, gaat het goed met ze? Ik laat foto’s zien en de ‘ahs’ en ‘ohs’ zijn niet van de lucht: wat is Kassim gegroeid en kan John nu echt al staan? Hij wendt zich af en toe af, checkt zijn telefoon, maar ik heb het gevoel dat hij zijn tranen dan even moet wegslikken.
Eigenlijk durf ik het niet zo goed, maar ik moet ook melden dat er een enkel kind is overleden. Ja, dat wist hij al, want de mama’s willen hem nog wel eens bellen …, nog steeds. Ik ben enorm geroerd door de kwetsbaarheid van deze sterke, grote man, een rugbyspeler, die altijd lijkt te lachen en plezier lijkt te hebben. Een man met een hart van goud…
En nog een droom
Derrick heeft met zijn gezin een klein huisje (met één kamer) op het terrein van zijn vader. Het main house, het huis van zijn vader, wordt overdag gebruikt, en ’s avonds gaat het gezin naar hun eigen huisje. Derrick vertelt dat hij graag een eigen stuk grond zou willen kopen om daar dan een eigen huis op te bouwen. Een huis met twee kamers… Ik slik, pak zijn hand en zeg zachtjes dat ik hoop dat zijn dromen uit zullen komen, en dat hij vooral zijn dromen moet blijven dromen…
De rotsen
Ik moet en zal de rotsen beklimmen, aldus Anne en Derrick, want daar staat Bungoma om bekend. Samen met mama Fridah, Faith, Patience, Ivy met Shannia, Melody en vriendin Ruth maken we de wandeling vanuit huis. Het is even lopen en al na 10 minuten gutst een klein beekje van mijn nek over mijn rug mijn onderbroek in, daarna mijn katoenen broek volledig doorweekt om tot slot natte afdrukken achter te laten in mijn slippers. Mmmm, als ik het zo teruglees, klopt dit beeld c.q. het gevoel wat het bij me oproept, precies 😉
Mama Fridah geeft de klim, samen met Ivy, Shannia, en vriendin Ruth al snel op. Shannia jengelt en valt al snel in slaap, Ruth heeft hoogtevrees en mama Fridah heeft last van haar voet… ja, ja … het zal wel!
Het is een prachtig stukje natuur, deze rotsen en biedt ons een prachtig uitzicht op de stad. Ik laat het bij een beeldverhaal, zonder overigens onvermeld te laten dat ik zowat in een modderpoel verdwijn (daar gáán mijn schone voeten weer!), en mijn evenwicht bijna verlies bij het maken van een paar foto’s van de meiden bovenop de hoogste rots…
Bagage
Veel te snel wordt het vrijdag. Mama Fridah heeft nadrukkelijk gemeld dat zij vrijdag niets meer doet, uit wil rusten voor de terugreis. Ze staat dan ook ’s morgens op, eet haar ontbijt, pakt haar koffer in, gaat in de tuin onder de boom zitten en komt daar niet meer vandaan. Ik doe gezellig met haar mee! De meiden maken de logeerkamers schoon, ruimen verder op en nemen het er daarna ook nog maar even van.
Hebben wij vanuit Mshiu nog een grote zak coconuts meegenomen, omdat die niet te krijgen zijn in Bungoma, op de terugreis gaat een enorme zak met avocado’s mee die door de farmer uit de boom worden gehaald. Avocadobomen zijn er nou eenmaal weer niet aan de kust.
Verder zie ik enigszins achterdochtig een aantal doosjes verschijnen, die worden gekeurd, er eentje blijkbaar wordt goedgekeurd en waarin Douglas vervolgens gaten maakt. Ik vraag wat daarmee gaat gebeuren, maar in eerste instantie wil mama Fridah niks zeggen. Dat kan ze natuurlijk niet volhouden en ik begrijp dat ze van Derrick een kip heeft gekregen en die gaat levend en wel, met een homp ugali in de doos, met ons mee terug. Ik vind het dierenmishandeling maar mama Fridah belooft me dat ze de doos de hele weg op schoot zal houden. Ik geloof haar (terecht) niet…
Terugreis
Veel te snel is het lunchtijd, komt de buurman voorrijden, proppen we alle bagage weer in het kleine autootje, en rijden we naar het busstation. Van Derrick hebben we al eerder afscheid genomen, die is gewoon naar zijn werk vertrokken, maar Ann en de kinderen zijn meegekomen en het wordt toch een wat verdrietig afscheid. De kinderen, Melody en Shannia, brullen mee, hoewel ik niet echt het idee heb dat ze weten waarom wij allemaal zo moeten huilen 😊
Gelukkig vertrekt de bus op tijd (met de kip in de laadruimte, potverdrie!) en worden we eventjes wat afgeleid doordat een van de passagiers brult dat er nog op zijn vrouw gewacht moet worden. Je gelooft het niet, maar de bus vertrekt gewoon. We begrijpen er niks van. De (al wat oudere) man belt met zijn vrouw en ik begrijp een beetje dat zij een pikipiki moet nemen die de bus moet proberen in te halen. 10 minuten later is de buschauffeur bereidt om even te stoppen om mevrouw in te laten stappen…
We sudderen wat, hangen rechts- en linksom in de stoel en zijn drie uur later in Eldoret, waar we vervolgens letterlijk twee uur lang in de file staan en maar stapvoets vooruitkomen. Het is wel een schouwspel, want er worden ruzies uitgevochten tussen automobilisten, die gewoon uitstappen en elkaar voor rotte vis uitmaken, weer instappen om weer een meter verder te rijden.
De buschauffeur heeft een voorkeur voor harde, monotone muziek en na een uur of wat ben ik het eigenlijk wel een beetje zat. Ik hoop eigenlijk dat hij gedurende de nacht dat ding wel uitzet. Maar niets is minder waar en om 03.00 uur ben ik het zo spuugzat dat ik naar voren loop en netjes vraag of hij de muziek kan uitzetten of in ieder geval zachter (in het Engels) en er een aantal niet nader te noemen krachttermen in het NL aan toevoeg. Hij doet het en ik krijg dankbare blikken van een aantal medepassagiers. Het duurt helaas niet lang, want om 05.30 uur vindt hij het wel genoeg, geloof ik, en schalt de muziek weer door de bus. Maar ik heb een paar uur geslapen …
Terug aan de kust
Al gauw merken we dat de regen die ook op de terugreis ’s nachts met bakken uit de lucht komt, afneemt en de hitte van de oostkust toeneemt. De ramen gaan open om de zweetlucht van mensen, die al 18 uur met elkaar in een bus zitten, wat te verdunnen. Om 10 uur zaterdagmorgen komen we in Mombasa aan, waar James op ons staat te wachten. Zoals ik al verwachtte, is dit een onmogelijke tijd om met de ferry te gaan, en we staan dan ook daar nog ruim drie kwartier in de file. Daarna rijden we binnen twee uur naar Mshiu (KidsCare Center).
Werken
Het ‘normale’ leven begint weer. Ik pak mijn tas uit, gooi wat schone spulletjes in mijn rugzak inclusief mijn zwempak en vertrek met de matatu naar Mbuyu. Daar ga ik, na eerst een heerlijk verkoelende duik in zee, aan het werk. ‘s Avonds ga ik vroeg naar bed en ben daardoor ook weer vroeg wakker. Het is vloed en ik lig om 05.30 uur in de koele zee. Daarna weer aan het werk tot mijn laptop aangeeft dat het tijd is om even te relaxen …
Met een tevreden zucht,
Grada
Marion zegt
Mooie ontroerende verhalen . Mooi dat je/ jullie deze toch pittige tocht gemaakt hebben . Fantastisch voor Fridah ! Even bijtanken nu . Rn wat een mooie bewogen man is Derrick ik lees wel waar zijn hart ligt . Mooie tijd en super dat je ons meeneemt op je reis 🍀
Margit zegt
Grada wat een prachtig beeldend verhaal. Er is een schrijfster aan jou verloren gegaan!
Henny zegt
Elk superlatief geeft te weinig uitdrukking aan wat je (be)schrijft. Wat een belevenis weer. Mooi om te lezen Grada.
Anneke zegt
Ik heb het hele verhaal gelezen en alle foto’s bekeken. En reisde tot in mijn vezels met je/jullie mee. Fantastisch!!!
Lonneke zegt
Heeeerrlijk verhaal weer Grada! Wat een genot dat je deze fijne mensen allemaal om je heen hebt. Als ik dit zo lees krijg ik het idee dat jij ook op zoek moet naar een stukje grond en een leuk huisje voor jezelf in Kenia. 😁