Geplaatst op 7 januari 2018 in Kenia, Mbuyu Beach Bungalows, Mswambweni
Als je vaker reist, vaker in andere culturen werkt, dan besef je snel dat overal dezelfde problemen voorkomen. Het omgaan met die problemen daarentegen verschilt als dag en nacht. En hoe vaker ik in Afrika werk, hoe vaker ik merk dat het verschil tussen Europa en Afrika wel heel groot is. Ik leer daar veel van en het is fascinerend te merken dat ik op het moment dat ik in Afrika land, ik op een andere, op de Afrikaanse manier met tegenslagen kan omgaan.
Duur
Het leven in Kenia heeft zo zijn eigen-aardigheden. Zo schreef ik in mijn vorige blog al kort over de overvolle matatu’s gedurende de eerste week van het nieuwe jaar. Iedereen is onderweg, van thuis naar het werk, van werk naar thuis of … noem maar op. Dit is natuurlijk geen vreemd iets, maar ik moet misschien toch even uitleggen waarom dat hier toch anders is.
Mensen werken vaak in een andere plaats dan waar hun thuis is, hun gezinnen zijn, hun familie is. En het is niet zo dat die afstand dagelijks met de bus, trein of auto kan worden overbrugd. Een aantal medewerkers van KidsCare bijvoorbeeld woont in de buurt van het center in Mishiu maar hun echte thuis is ver weg! En dan bedoel ik echt ver weg: Kilifi een fors eind noordelijk van Mombasa aan de kust, Nairobi in het midden van het land, of zelfs nog verder, Kisumu aan het Lake Victoria in het uiterste noorden van Kenia. Tijdens de holidays (Kerst en Oud & Nieuw) is dan het moment dat ze daar naartoe reizen, hun families weer zien. Na de holidays gaan ze weer terug naar hun ‘andere’ huis in de buurt van hun werk. Laat ik duidelijk zijn: het gaat niet alleen maar om vrijgezelle mannen en vrouwen, nee, ook getrouwde mannen wonen gescheiden van hun gezinnen en kinderen in de buurt van hun werk in een soort studentenhuis en dat dus voor een periode van ruim 11 maanden. Met een totaal van 21 vakantiedagen wordt dus een groot deel daarvan opgenomen tijdens de holidays om naar dat verre thuis, naar hun gezinnen of families te gaan. Natuurlijk kunnen ze vaker gaan, maar als ze echt heel ver weg wonen, blijft het vaak alleen bij die ene keer per jaar.
De grote terugtocht op 2 januari vraagt dus veel van het openbaar vervoer, de grote bussen* van bijvoorbeeld Nairobi naar Mombasa, de trein maar ook de matatu’s. Alles is overvol, en dat niet alleen, omdat iedereen toch echt mee móét, gooien ze de prijs fors omhoog. In deze periode ben je soms het driedubbele kwijt. En iedereen betaalt… En zo is het leven in Kenia in deze paar weken in de ban van enorme prijsstijgingen.
*ik zocht even uit waarom de nachtbussen van Nairobi naar Mombasa ineens niet meer ’s nachts rijden. Well, er schijnen de laatste tijd ’s nachts veel ongelukken gebeurd te zijn en de overheid heeft besloten dat er daarom geen nachtbussen meer mogen rijden!
Geduld
Mijn collega Gloria is in mei van dit jaar bevallen van een prachtig dochtertje en ik kan niet wachten om haar te zien. En omdat we de eerste werkdag, 2 januari, nauwelijks kunnen werken omdat de helft van het personeel eenvoudigweg niet aanwezig is (goede smoes vind ik), gaan we, Gloria, Suzan (één van mama Fridah’s – aangenomen – dochters) om 15 uur aan de weg staan en hopen op een matatu die ons meeneemt naar Kanana, het dorp waar Gloria woont.
Er rijden echt veel matatu’s, maar geen enkele stopt. Ik moet hier wel eerlijk zeggen dat ik niet goed weet of ik daar nou treurig om moet zijn, want elke matatu die voorbij komt, heeft wel iets opmerkelijks: de achterklep staat bijna standaard open, het dak ligt vol met tassen, koffers, en ondefinieerbaar ander materiaal, ze rijden met een krankzinnige snelheid voorbij, hangen volledig scheef en de moneyman hangt eigenlijk per definitie buiten de schuifdeur en houdt zich vast (lees het goed: niet ‘angstvallig vast’, maar gewoon ‘vast’) aan het imperial en de deurlijst, waarvan mij in ieder geval volstrekt niet duidelijk is of dat allemaal wel goed vastzit. Zucht…
Maar goed, dit alles terzijde. We zijn om 16.30 uur nog niet bij KidsCare Center weg en mama Fridah heeft inmiddels medelijden met ons. Als Madjaliwa (een van de jongens van de Farm) en Omari (de klussenman) boodschappen gaan doen in Mwangwei (de geheel andere kant op), mogen ze ons daarna oppikken en naar Kanana brengen. Op de piki piki (motor) natuurlijk: ik achterop bij Madjaliwa, Gloria en Suzan samen achterop bij Omari! Yeah… een lift geregeld. En hoe we terugkomen zien we dan wel weer.
Luna
Ook Gloria woont met haar partner Victor en dochtertje Luna in een soort studentenhuis. Tenminste, zo zou ik het omschrijven. Het is een vierkant gebouw met een betonnen binnenplaats en aan de zijkanten daarvan ‘kamers’. Gloria heeft het goed (zij en Victor werken beiden), zij heeft een piepklein keukentje, een woonkamertje en een slaapkamertje. Er ligt zeil op de grond en er staat een grotere LED tv dan ik thuis heb. De douche en het toilet worden gedeeld met de andere bewoners en zijn centraal op de binnenplaats te vinden. Omdat er geen andere bewoners in het gebouw zijn, hebben ze het lekker rustig.
Uiteraard moet Luna meteen huilen als ze die mzungu (blanke) ziet. Gelukkig moet ze ook niks van Suzan hebben, die echt een gewoon Afrikaans uiterlijk heeft. Maar na een klein poosje is het nieuwe er geloof ik wel af, hoewel ik echt niet te dicht bij haar mag komen.
Terug
Als Suzan en ik teruggaan naar het KidsCare Center hebben we redelijk snel een matatu te pakken. Helaas helaas moeten we op de bank achter de bestuurder zitten, en smelten ik en mijn slippers weer bijna bovenop dat superhete motorblok. Opvallend genoeg heeft de bestuurder handschoenen aan, en ik vraag me af of hij bang is dat hij het koud krijgt. Ik kan mijn mobiel onmogelijk tevoorschijn te halen om een foto te maken, want ik zit bijna op schoot bij een schooljongen en heb in mijn rug twee grote tassen gepropt gekregen. Als je denkt dat dit alles was: welnee, omdat wij ‘alleen maar tot KidsCare mee moeten’, worden er onderweg, op de junction naar Shimoni, nog twee andere mannen en een vrouw met kind opgepikt. Ik zie/voel een paar mensen uitstappen, de nieuwelingen vervolgens instappen en dan hangen er in de deuropening ineens drie mensen. Ik kan niet omkijken hoe het er achter mij uitziet, ik zit volledig klem. Nadat de halve matatu bij KidsCare moet uitstappen om ons eruit te laten, ben ik eigenlijk wel blij dat ik de inhoud van de matatu achter mij niet kon zien. Onvoorstelbaar snel stapt iedereen weer in, en er wordt gepropt tot iedereen zit, kromgebogen staat tussen de banken in, geplet wordt tegen de zijkant van de matatu of gewoon buiten de deur hangt. Het blijft fascinerend om te zien en ik krijg er nooit genoeg van.
De dieren
De hernieuwde kennismaking met Poppy, de hond van KidsCare, is heerlijk. Het lijkt wel of hij me herkent en ik geniet van zijn enthousiasme. Ik word uitgebreid afgelebberd, en hij kijkt me zoals altijd uitermate slaafs aan. Plotseling ‘sluipt’ hij weg en ik kijk verbaasd op. Ik wist al dat er een nieuw hondje bij was gekomen, maar daar is hij dan: Simba. Een kleine, lichtbruine puppy die door Anne, de andere vrijwilligster bij KidsCare, ergens in de fields is gevonden en, na akkoord van mama Fridah, uiteindelijk bij KidsCare is gebracht. Oorspronkelijk had hij de naam Guus moeten krijgen, maar omdat Anne op safari is op het moment dat hij gebracht wordt, doopt mama Fridah hem Simba. En hij is snel gewend en heeft Poppy volledig onder de duim. Ze zorgen overigens ’s nachts voor een hoop lawaai als er ‘gevaar’ dreigt in de vorm van wilde honden, bushbabies of ander vreemd volk. Maar het is een leuk gezicht, die twee samen.
En dan zijn daar natuurlijk de geiten. De kleintjes van de drie ‘nieuwe’ geiten van vorig jaar (Gloria, Suzan en Grada) zijn verkocht en inmiddels is het drietal (plus bijna alle andere geiten ook) weer zwanger. Ook die kleintjes zullen weer worden verkocht. Ik hoor van mama Fridah dat er één geit nog steeds erg lastig is, tegendraads en eigenlijk gewoon niet voor rede vatbaar: tja, ik hoef het niet eens te vragen, dat zal Grada wel zijn. Ik verontschuldig me nog maar eens en voorspel dat ze hoe ouder ze wordt, hoe liever en gehoorzamer ze zal worden. En ik voeg daaraan toe: ‘Kijk maar naar haar namegiver!’ Een hoop gegiechel is mijn antwoord…
Koud
Donderdag en vrijdag zijn er veel gasten op KidsCare: een groep van zo’n 50 man heeft de conferenceroom afgehuurd voor een tweedaagse meeting. Het facility team werkt zich zeven slagen in de rondte, en Gloria en ik helpen waar mogelijk. Alles loopt gesmeerd. Ik zorg vanaf half 8 dat de vroege vogels zich al kunnen registreren, een meal voucher krijgen en verder wegwijs gemaakt worden. Het is een beetje zompig weer, bewolkt, het ‘regent’ af en toe en ik heb standaard een zweetsnor. Als Gloria later arriveert, vraagt ze na 10 minuten of de plafondventilator uit mag. “Waarom?” vraag ik stomverbaasd. “Ik heb het zo koud!” is het antwoord. Ik val bijna van mijn stoel en zie nu pas dat ze een lange broek, een trui en sokken en schoenen aan heeft. Ik check mijn telefoon: hoe warm is het eigenlijk hier en zie dat het maar 32 graden is. Ik knik begrijpend en lijd de rest van de ochtend in stilte.
Stunt
Mijn driver James vraagt of ik kan doorgeven wanneer hij mij weer moet ophalen om me naar het vliegveld in Mombasa te brengen. Oh ja, das waar ook, dat zou ik nog doorgeven; ik ben daarbij een beetje verbaasd dat hij dat nu al wil weten, ik vertrek echt pas over een aantal weken! Maar goed, ik check mijn telefoon, waar ik normaal gesproken mijn ticket opsla, maar daar kan ik dat betreffende ticket niet vinden. Nou doen ze hier in Kenia nog wel eens moeilijk met digitale tickets, dus ik denk dat ik ‘m uit voorzorg al heb uitgeprint. Ik loop naar mijn kamer en zoek in mijn persoonlijke papieren of hij daar misschien ligt. Nergens te vinden. Uh? Ik haal alles overhoop, zie overal allerlei tickets, die ik niet gebruikt heb (met dank aan KLM) maar een ticket op 3 februari van Mombasa naar Nairobi kan ik nergens vinden. Ik ga even zitten en denk goed na of ik überhaupt wel een ticket heb geboekt. Ja, ik weet het zeker!
Ik app James dat ik hem de info later zal doorgeven omdat ik mijn ticket niet kan vinden en hij appt terug ‘pole pole’ (rustig aan!). Natuurlijk, ik maak me ook echt niet druk!
De volgende dag bedenk ik dat alle tickets in een apart mapje op mijn computer in NL staan. Maar daar heb ik niks aan natuurlijk. Ik kijk in webmail of ik de mails van KLM en/of Kenya Airways terug kan vinden maar helaas. Ook in de 800 mails in mijn prullenbak van laptop en smartphone zijn ze niet te vinden. Ik pluis nog een keer mijn hele smartphone uit op zoek naar de documenten, maar vind alleen de tickets van en naar Nairobi en één ticket van Nairobi naar Mombasa. Ik vind het weer een echte Snoek-stunt.
Uiteindelijk weet ik mijn goede vriend Ad bereid om even naar mijn huis te gaan, de computer op te starten, het mapje ‘TICKETS’ te openen en het missende ticket naar mij te mailen/appen. Hoewel ik duidelijk heb gezegd dat het geen haast heeft, krijg ik een uur later al bericht dat hij een ticket in het genoemde mapje heeft gevonden, gedateerd 3 februari 2019. In eerste instantie app ik terug: ‘Yes, dat is ‘m’ maar voeg daar ook wel aan toe ‘2018 toch?’. Het enige antwoord wat ik krijg is ‘Je zult een jaar moeten blijven’… en een paar minuten later ‘grapje’. Leuk grapje, Ad! Later bedenk ik dat je helemaal geen ticket zover vooruit kunt boeken, maar dat is later…
Ik sla het ticket op, niet alleen op mijn smartphone maar ook op mijn laptop. En ik print ‘m uit. Nu raak ik ‘m zeker niet meer kwijt!
Weekend
Hoewel ik zaterdag van plan was om om 12 uur te vertrekken naar Mbuyu, ben ik om 12.30 uur nog aan het werk. De gasten zijn er nog en er moet gewoon het een en ander nog gedaan worden. Ik zie de Social Workers vertrekken en denk dat dat eigenlijk wel gunstig is. Er zal niet gauw een matatu komen die ons allemaal tegelijk kan meenemen. Ik lunch nog even bij mama Fridah in de buitenkeuken en kom daar tot mijn grote vreugde ook nog een oud medewerker van KidsCare tegen: geweldig om de voormalig Farmmanager Juma zomaar te zien. Ik gaf hem destijds computerles samen met mama Fridah en ik genoot van zijn enorme leergierigheid! We kletsen bij tijdens het eten en zijn blij elkaar weer te zien. Even later vertrek ik met mijn rugzak naar de weg om een matatu te pakken. Maar ook dit keer heb ik pech: het eerste half uur komen er een tractor, twee politieauto’s en een toeterende vrachtwagen voorbij, maar geen enkele matatu. Ik weet dat Juma naar Ukunda teruggaat straks en app hem hoe laat dat zal zijn … èn of ik achterop de piki piki tot de junction in Msambweni mag meerijden. Hij vindt het geweldig dat ik mee wil met hem. We doen rustig aan en stoppen nog even bij een poel in het veld met prachtige blauwe waterlelies (helaas heb ik alleen mijn camera op mijn telefoon, dus de foto’s zijn niet zo erg goed). Bij de junction nemen we afscheid en zie ik toevallig Jamal (een van de beachboys) staan met de piki piki van zijn neef. Hij brengt me naar Mbuyu… en zaterdagmiddag om 15.30 uur begint dan eindelijk mijn weekend!
Met een relaxte groet aan de rand van het zwembad,
Grada
Lisette zegt
Ha die Grada, wat een verhalen! We kunnen ze zelf over een paar dagen meemaken. Geniet van Mbuyu, de rust, het eten en de mooie omgeving. Tot gauw!
Toos zegt
Leuk je belevenissen weer te lezen!
Henny zegt
Je schrijfstijl wordt steeds mooier :). Geniet van je verhalen. Zie uit naar de volgende.
Carla zegt
Leuke verhalen Grada, zo leuk omschreven alsof je er zelf bij bent !
Anneke Schnieders zegt
Bedankt voor de mooie verhalen. Je neemt ons bij de hand en beleven het intens mee. Voor mij, die al jaren naar Ghana reist voor onze Stichting SOKPO zo herkenbaar. Geniet van alles.
Nancy zegt
Ben benieuwd naar je volgende avonturen.
Aafke Halma zegt
Hi Grada,
Wat bof je toch dat je al weer in dat mooie land mag zijn. Ik wens je een goede tijd toe. Zie weer uit naar je verhalen.