Geplaatst op 18 februari 2016 in Kenia/Nederland
Het zijn hectische dagen, die laatste dagen in Mshiu, bij KidsCare. Ik wil nog zoveel, ik wil iedereen nog even spreken, ik wil van iedereen een foto, ik wil van iedereen afscheid nemen. Maar ik wil ook alles afronden…
Maar zoals gebruikelijk komt daar niets van terecht. Ik begrijp ook eerlijk gezegd niet waarom ik er toch altijd nog van uitga dat ik van alles kan plannen. Het hoort zo niet bij mij! Want mijn planningen deugen heus wel, maar er komt altijd iets tussen
Naar huis
Maandagavond vertrekt Edward, Head of Social Workers Department, naar zijn gezin in Nairobi. Vlak voor zijn vertrek praten we nog even de laatste dingen door, maar ik merk dat hij me nu ook wel zat is
Hij wil nu gewoon weg, laat trots zijn bus ticket zien en ik zie dat hij zo’n kleine 10 uur in de bus zal zitten en dat dan vanaf Mombasa gerekend. En dat is weer zo’n 2 tot 2,5 uur van Mshiu verwijderd. Het is nogal een verschil met mijn vlucht van drie kwartier …
Ik heb me gedurende de periode bij KidsCare regelmatig verbaasd over de mensen die er werken. Ze komen allemaal van ver, uit Nairobi of uit Kilifi in het noorden van Kenia. Ze wonen in de buurt van Mshiu, bijvoorbeeld in Kanana of Mangwe, beide zo’n 6 km van KidsCare verwijderd. Ze wonen in een soort verzamelgebouw met aparte kamers, met een wasgelegenheid, kookgelegenheid etc. En dan heb ik het niet alleen over vrijgezelle jongeren, nee, ook de oudere werknemers komen van ver, hebben gezinnen met kinderen en gaan, ook als ze dichterbij wonen (bijvoorbeeld net boven Mombasa) echt niet elk weekend naar huis. De werknemers die veel verder weg wonen, gaan één tot tweemaal per jaar naar huis, meer is niet mogelijk, niet alleen qua tijd (een weekend duurt zo’n anderhalve dag) maar ook vanwege de kosten.
Het is overigens volstrekt gebruikelijk om zo te leven, maar mogelijk heeft het wat forsere personeelsverloop hiermee ook wel wat te maken. Ik geloof dat ik het al eerder heb geschreven, maar na de twee weken sluiting van KidsCare in december 2015 kwam een Social Worker niet terug, omdat haar familie het niet meer toestond: ze moest thuis blijven, trouwen en kinderen krijgen. En dat zal ook wel gebeuren, hoewel ik het bijna onvoorstelbaar vind dat een gestudeerde vrouw door haar familie kan worden tegengehouden …
Dinsdag is een enorm drukke dag. Er is een externe partij die een training heeft in een van de trainingsruimten. Alle deelnemers blijven ook slapen en het is een drukte van belang. De douche is constant bezet en ik verbaas me erover dat er zo ontzettend lang (en dan bedoel ik ècht ontzettend lang – een enkeling zelfs een half uur!) wordt gedoucht. Dat doe ik niet eens in NL, waar de vier minuten ‘wekker’ irritant aanwezig is in mijn douche, laat staan hier waar er toch geen overvloed aan water is…
Mama Fridah is druk bezig met koken en bakken. De bak met mandazi’s (zoete ‘flapjes’) staat al te wachten. De mama’s roeren zich een ongeluk in grote pannen in de buitenkeuken.
Overdag loop ik vooral met Gloria alle dagen van de week door en probeer een soort schema voor haar op te zetten: wat hoort bij welke dag. Af en toe loop ik even weg, en als ik terugkom zegt ze dat ze niet zal wennen aan het feit dat ik niet meer naast haar zal zitten. Ja, lieve Gloria, ik ga je ook missen!
Selfies
’s Avonds ontloop ik de drukte en de nieuwsgierige blikken van de bezoekers, verstop ik me maar een beetje in de keuken, eet met mama Fridah en de andere mama’s die allemaal nog aan het werk zijn. Adisha heeft ineens razendsnel door dat ze selfies kan maken en schiet er heel wat! En hoewel ik echt niet van selfies hou, hou ik er toch stiekem een paar want ik sta er samen met mama Fridah, Ann en Adisha op!
En natuurlijk ga ik nog even de kippenren in, afscheid nemen van Poppy en die rare kippen, haan en de geiten. Ik zie de nightguard Karisa (de zoveelste Emmanuel en die we dus met zijn tweede naam aanspreken) komt aanlopen met de fiets met al zijn jerrycans. Ik ga al deze vertrouwde beelden missen …
Ik slaap onrustig en voel me ook als ik wakker ben onrustig. Het komt te dichtbij en ik heb het gevoel dat ik nog niet klaar ben. Dat heeft natuurlijk ook absoluut te maken met het feit dat mijn lieve kleine zusje meldt dat het vrijdagochtend vroeg zal vriezen en ik dus moet vragen aan mijn zoon, die me komt ophalen, dat hij dikke jas, das, wanten, dikke sokken etc. moet meebrengen. Ja, duh… ik wil er gewoon nog helemaal niet aan denken! Plaaggeest!
Ik pak mijn rommeltje in, wat overigens uitermate gemakkelijk past in die enorme reistas die ik onder het bed vandaan trek. Op de heenweg zat daar nog ongeveer 10 kg kleding bij die ik hier natuurlijk heb overgedragen aan KidsCare. Nu heb ik alleen mijn kleine beetje kleding (netjes opvouwen hoeft dus niet ), mijn toilettasjes en alle souvenirs. Zelfs alle coconut-birds passen er makkelijk in.
Voor het ontbijt nog ga ik even zwaaien naar Adisha, die door haar moeder (Ann) naar de bus wordt gebracht. Ik zwaai wel, maar zij doet net of ze me niet ziet. Lekker dwars …
Dan vertelt mama Fridah dat ze gebeld is door Alunda: hij zit in Nairobi en heeft een andere chauffeur geregeld die me naar Mombasa zal brengen. Ach, het zal wel goedkomen, denk ik.
Ik ga zonder mijn normale ‘werkspulletjes’ (laptop, Keniamap, etui met mijn potloden 😉 en flashdrives) naar de receptie. Gloria vindt het maar niks, en als ik eerlijk ben, ik ook niet. Voel me een beetje ontheemd en mijn tranen zitten hoog…
Ik heb nog een laatste gesprek met de directeuren, waarin we nog wat puntjes op de i zetten, doornemen wat er nog moet gebeuren in de komende dagen en hoe ik een en ander nog kan volgen vanuit NL.
Het is Therapy Day en ik loop nog even naar de moeders, die wachten in de conference hall of bij de receptie. Ze draaien hun prachtige kindjes naar me toe, zo van ‘maak nog maar een foto’. Ik krijg ‘high fives’ van de moeders en een zwaai en een klopje op mijn rug. Ik vertel maar niet dat ik vandaag vertrek.
En dan is het, na mijn laatste lunch, tijd: afscheid van mama Fridah, van de mama’s in de keuken, van Juma, van zijn farmers, van Gloria, van Ali, van George. De tranen van Fridah en haar ‘You will come back, you have to come back!’ maken mij ook aan het huilen. Natuurlijk kom ik terug!
Een laatste zwaai
Ali komt me halen: mijn ride to Mombasa is er. Een laatste knuffel, een laatste zwaai. En dan roept een van de moeders met haar zwaar gehandicapte grote dochter (Mulhat Rama) me: gaan we richting Ukunda? En zo ja, mag ze dan misschien meerijden? Ik krijg tranen in mijn ogen als ik zie hoe ze moet zeulen met haar veel te grote dochter op haar heup, en kan alleen maar ‘ja natuurlijk mag dat’ zeggen. Maar eigenlijk weet ik helemaal niet of dat wel mag, want ze krijgt natuurlijk reiskostenvergoeding van KidsCare, maar op dat moment kan het me allemaal niet schelen. Ik neem me voor het aan KidsCare terug te betalen als mijn besluit problemen oplevert. Ze stapt in en beiden zitten duidelijk heerlijk relaxt op de achterbank. De chauffeur vindt het maar niks geloof ik, maar ook dat boeit me even niet…
We rijden een stuk verder dan Ukunda, voordat de moeder op haar plaats van bestemming is. Ik vind het ongelofelijk dat zij met Mulhat zo’n eind reist naar KidsCare, maar bedenk later dat ze misschien wel op bezoek gaat bij familie of zo. Want Ukunda ligt niet in de regio Lunga Lunga, waar KidsCare werkzaam is, dus ze zal daar ook wel niet wonen.
Tulia Backpackers
We rijden daarna door en ik vraag aan de chauffeur of hij weet waar hij me af moet zetten. Nou, dat is maar goed dat ik dat vraag, want hij zou me toch zo op het vliegveld hebben afgezet. Lekker ding … ik laat hem de directions lezen, die in mijn mail staan en hij zegt het wel te weten. Jaja, dat is een leugentje om bestwil. We zoeken ons te pletter, en ik zeg op een gegeven moment dat ie het maar even moet vragen! Eindelijk, na bijna 3,5 uur kom ik bij Tulia Backpackers House aan en krijg zomaar een aparte kamer ‘because one dorm is full and the other dorm has been disinfected’. Okay, wil ik het weten? ‘Cockroaches’… oh, is dat alles?
Ik ga met mijn laatste Tusker bij het zwembad zitten en kijk naar de caviaatjes die rondscharrelen; app mijn zoon dat ze hier gewoon rond kunnen lopen en niet opgegeten worden (zoals hij in Zuid Amerika deed!). ’s Avonds eet ik een heerlijke vegetarische maaltijd met veel groente. Groente, ja dat heb ik de laatste vijf weken wel een beetje gemist, behalve natuurlijk als er chicha of ocra was, hoewel … vallen uien ook onder ‘groente’? Die heb ik voldoende gegeten! Ik lees mijn boek uit (mijn enige boek waarin ik tijdens mijn verblijf in Kenya ben begonnen) en begin meteen in het volgende. Morgen heb ik vast ook nog wel tijd om te lezen …
Donderdag zorgt de receptioniste dat de order bij Bombolulu wordt gebracht. Dat heb ik niet helemaal begrepen dus ben ik al onderweg met de tuk tuk als ik hoor dat het zal worden gebracht. Ik zeg ‘ach, ik ben er nu toch, geef maar mee’ maar trek die woorden direct in als ik de enorme doos zie waarin alle spullen zitten die ik mee mag nemen naar NL. ‘Breng maar even langs’ stamel ik en spring weer in mijn tuk tuk. Ik doe nog wat boodschappen in de Nakumat, breng een bezoekje aan Juliana, die ik drie jaar geleden ontmoette op de markt en krijg nog wat cadeautjes mee, die ik absoluut niet mag afslaan. Ik vrees met grote vrezen dat ik een koffer bij moet kopen …
Maar dat valt mee. Met het zweet op mijn rug weet ik de koffer opnieuw (en nu wat netter) in te pakken. Alles gaat er in, maar ik probeer ‘m nog maar even niet dicht te maken! Ik loop naar de receptie om mijn rekening te betalen. Er is net een jonge vrouw aangekomen, die duidelijk haar bagage kwijt is. Ze heeft lekkere warme bergschoenen aan , en ik zie een dikke trui in haar rugzak. Ze is NL en ik zeg dat ik wel wat kleding, een handdoek, een bikini en slippers wil achterlaten. Die heb ik toch in NL niet nodig, toch? En dat bevestigt ze! Het is koud in NL …
Een uurtje later heb ik mijn spullen klaar, waarbij ik mijn bijna uit elkaar vallende, zeven jaar oude badpak ritueel heb weggegooid… Bongo, mijn chauffeur die me naar het vliegveld zal brengen, is reuze op tijd en ik vraag me af of hij denkt dat ik vier uur voor vertrek aanwezig moet zijn. Maar ach, ik ken de inmiddels eindeloze veiligheidsmaatregelen, de vier of vijf keer je laptop uit je handbagage halen etc. dat ik het wel okay vind. Mijn reistas komt ook door de scanner (ik heb natuurlijk schelpen en dode stukjes koraal bij me, wat verboden is) en ik app meteen naar NL dat ik zeer waarschijnlijk wel alle vluchten zal halen die ik geboekt heb (en geen nachtje in de cel hoef door te brengen)
Ik krijg meteen een berichtje terug ‘nou mam, uit ervaring kan ik zeggen dat het altijd nog mis kan gaan, hoor!’ Dit is een opmerking die refereert aan mijn oudste zoon, die dit soort onhebbelijkheden van zijn moeder heeft geërfd: op tijd op het vliegveld zijn, maar bij de verkeerde gate gaan zitten en dan op een gegeven moment denken ‘hé, dat is raar …’. Ja, wij Snoeken kunnen er wat van!
Met boek en laatste Stoney (gember frisdrankje), benen op een andere stoel … de tijd vliegt. En dan binnen drie kwartier in Nairobi. Ik denk aan Edward die er zo’n 10 uur over deed met de bus. Het regent als we aankomen in Nairobi en ik vind het maar bar koud (16 graden). Na een klein uurtje (die je wel nodig hebt voor de volgende vijf veiligheidscontroles) wordt er omgeroepen dat we kunnen boarden, en dan gaat het natuurlijk weer mis. Twee uur zitten we in het vliegtuig dat maar niet vertrekt. Het is me een raadsel waarom we al mochten boarden …
Slapen
En dan neem ik mijn slaaptabletje in en slaap zelfs door het ontbijt (ja pfff, om 4 uur ’s nachts …) heen. Mijn buurman vindt het op een gegeven moment wel genoeg en maakt me zachtjes wakker. Ik kan niet zo snel bij mijn rugtas en loop op mijn slippers naar de bagageband (het lijkt wel een marathon, zo ver is het), waar mijn tas al eenzaam rondjes draait. Ik ga de deur door … op weg naar mijn andere leven!
Met een bibberende groet
Grada
Geef een reactie