Geplaatst op 17 januari 2015 in Malawi
De hemel gaat open en met de enorme stortbuien blijkt het zelfs in Nkhatabay mogelijk dat er hagelstenen uit de lucht kletteren. Het bliksemt en dondert en het meer gaat tekeer alsof het de zee is met hoge golven die breken op het strand. Natuurgeweld, het is indrukwekkend en soms ook een beetje beangstigend. Ik vraag me af waarom ik dat toch steeds tegenkom: in Indonesië vorig jaar de uitbarsting van de Kelud, waardoor ik met mondkapje, zonnebril en paraplu door Yogyakarta schuifelde en dan nu hagelstenen in warm Afrika.
Het is direct raak: de stroom valt uit. Ik heb tot mijn grote schrik mijn telefoon niet opgeladen en, verdikkeme, ik had mijn (vorige) blog bijna klaar maar had de foto’s nog niet uitgezocht. De laptop is nog redelijk vol, maar ja, ik kan het niet op Reismee.nl zetten. Geen stroom, geen internet, geen telefoon en verderop in het dorp zelfs geen water. Jan Willem weet de gemoederen niet echt te bedaren met zijn opmerking: ‘Oh, dat kan wel weken duren.’ En hij maakt het nog een klein beetje erger door te zeggen dat het allemaal nog slechter kan, want als de dollars in Malawi op zijn, is er ook geen benzine meer en ligt zo’n beetje het hele land plat.
Ik krijg visioenen van mezelf, vastgelopen in Malawi, zo’n 5 uur van de hoofdstad Lilongwe waar op 27 januari 2015 mijn vliegtuig vertrekt, maar waar ik niet kan komen omdat de bus geen brandstof heeft. Ik vraag me af hoe ik dat zou vinden …
Ik kijk naar het strandje waar de lokale bevolking gewoon doorgaat met de was doen, zichzelf wassen, de auto wassen. De vrouwen sjouwen hun zand van het strand naar de weg en maken daar mooie bergen om te verkopen (wie de mooiste berg heeft, verkoopt het snelst). De carpenters in The Greenshop werken gewoon door; mensen in de markt aan de overkant ook (of ze luieren na gedane arbeid!).
Ik zie de vissersbootjes gewoon uitvaren, met hun eigen lampje in een stikdonkere nacht, omdat ze denken dat de vis daar op af komt. De muggen zoemen, de kakkerlakken houden me uit mijn slaap met hun pesterige geknak en ik probeer de tenen van de gekko te tellen (uitleg: er is verwarring hier over het aantal tenen van de gekko, dus ik probeer het definitieve bewijs te verkrijgen).
Wat gebeurt er eigenlijk als alles uitvalt? Als alle dingen waar we zo afhankelijk van zijn geworden, wegvallen? Ik merk dat mijn ‘paniek’, mijn ‘what-ifs’, mijn OMG’s, mijn lange termijn denken zoals gewoonlijk opborrelen. Maar er gebeurt ook iets anders. Al snel komt het besef dat er heus wel weer een dag komt dat het elektra weer werkt en de blog kan natuurlijk ook best wat later geplaatst worden en mijn telefoon heeft nu gewoon lekker vakantie. En voordat ik na deze overpeinzing mijn telefoon uitzet om batterij te sparen, plaats ik snel nog op LinkedIn, Twitter en Facebook een berichtje: ‘Blog bijna klaar, laptop leeg. Geen elektriciteit. Groet uit Malawi!’ zet er een mooie foto bij en hoop dat niemand zich echt zorgen gaat maken.
Want inmiddels is wel duidelijk dat er echt (weer) een kleine ramp heeft plaatsgevonden in het zuiden van Malawi, er zijn zelfs door de overstromingen doden gevallen. In de stuwdam is een van de turbines kapot en er is onvoldoende elektriciteit voor het hele land. De stroom wordt daarom verdeeld, waarbij er gebieden zijn die net even iets meer krijgen dan andere gebieden (waarom moet ik nu toch denken aan ‘1984’ van George Orwell?). Nkhatabay en Mzuzu zijn daar niet bij.
Het restaurant van Steve en Sean kan niet open: geen water, geen elektra, niet koken, geen koele drankjes. Ze komen met hun pick-up truck emmers en containers vol water halen en rijden, na een douche, al klotsend en knoeiend terug naar huis. Zij besluiten de volgende dag om naar Mzuzu te rijden en een aggregaat te kopen, omdat die nu nog redelijk in prijs zijn maar waarschijnlijk volgende week dubbel zo duur worden. Want daar zijn Malawianen goed in: een negatieve situatie ombuigen naar een (voor hen) positieve;-) Zo kun je in het dorp bijvoorbeeld je telefoon laten opladen voor 200 kwacha; ik vind het wel leuk!
Inmiddels is een paar dagen geleden een tweede vrijwilliger voor The Greenshop gearriveerd, Christel, en zij kan een boek schrijven over haar eerste week Malawi: aankomen zonder bagage (duur: twee dagen), vertraagde busreis met een aantal uren (met op de zijkant van de bus de tekst: “yosunga nthawi, yodalilika, yasangala, yamtidzi” wat betekent: punctual, reliable,frienly, comfortable – hahahaha), noodweer, geen elektriciteit etc. etc. TIA…
Maar … onvoorstelbaar snel zijn we gewend aan geen licht. Mijn kleine zaklampje past precies in mijn mond en zo maak je dan je avondeten klaar op een gaspit (en dat is nog comfortabeler dan hoe de Malawianen koken op kooltjes). Verder schijnen we elkaar bij bij het snijden van groente, het koken van pasta (op een gaspitje natuurlijk) en het afwassen. En hoe prachtig is daarna de hemel met zijn duizenden sterren in de donkere nacht, de vuurvliegjes die hier in hele kuddes tegelijk door de lucht dansen, het is te mooi om waar te zijn. ’s Nachts, als het weer onweert, ga ik op het balkon zitten om de prachtige bliksemschichten te bewonderen… slapen doe ik een andere keer wel. Ook hier: TIA.
Ik ben verbaasd hoe snel het afkickproces gaat. Telefoon? Even aan, kijken of er iets belangrijks is en hup, weer uitzetten. De laptop is leeg dus ik kan verder niks. Ik schrijf in mijn schriftje (pfff, als ik dat nog maar kan teruglezen) en de zaklamp ligt constant binnen handbereik. ’s Nachts blijven de muggen en ander pesterig ongedierte uit mijn kamer (en klamboe), want het licht, wat ze zo naar binnen lokt door de kieren van de houten planken wanden, is er gewoon niet.
En dan is het weer dag, vullen we alle lege (wijn)flessen (en dat zijn er een best wel wat!) en containers met water en vertrekken we (na een korte onderbreking door een lege accu van de auto) richting Mzuzu, naar de Greenshop. Ik verf, doe boodschappen, trek nog maar weer eens duizenden kwacha uit de muur omdat je niet kunt betalen met een creditcard (geen stroom) en leer het handalfabet in sign language. Dat is net iets anders dan het NL gebarenalfabet, maar wat is dat toch leuk. Ik krijg vragen als ‘hoe heet je’ en antwoord dan in gebarentaal. En Gift, een van de ‘horende’ assistenten van Bobby, die toch al redelijk lang met de doven werkt, doet met me mee, en we oefenen met elkaar. Christel is al helemaal volleerd, want die heeft in NL een cursus gedaan, dus die kan ons ‘overhoren’ (mmmm, dat is in dit verband toch best wel een gek woord!). Wat me wel opvalt, is dat Gift het alfabet niet kent (hij schiet van G naar P en dan de F …) en dat, terwijl hij toch de middelbare school heeft afgemaakt. Vreemd…
’s Avonds gaan Christel en ik naar het dorp om te eten bij Kaya Papaya (want daar kun je nu weer eten, nu ze een aggregaat hebben). Het is weekend, een koel biertje en een lekkere curry zijn welkom. De houten stoel die ik besteld had, wordt gebracht door Happiness en ik moet later constateren dat mijn oog toch een ander beeld had van mijn sporttas (met wieltjes … denk aan mijn leeftijd!) en dat dat stoeltje er echt niet inpast. Nou ja… daar vind ik ook wel weer een oplossing voor. Want wat is ie mooi!
En ’s nachts, als ik wakker lig, oefen ik nog even het gebarentaalalfabet en baal als een stekker als ik de F niet meer weet… hahaha.
En dan is er ook ineens weer stroom. Gek, hoe weinig het me interesseert. Oh ja, mobiel opladen, laptop opladen en dan morgen gauw de blog versturen…. Dat is inmiddels gebeurd en ik weet niet of ik jullie nu overvoer, maar de verhalen blijven uit mijn vingers rollen en lezen is natuurlijk voor niemand verplicht. Over twee weken moet ik weer vol aan de bak, en zal ik me weer aan moeten passen aan de wensen van mijn opdrachtgevers. Hoewel … een van mijn opdrachtgevers stuurt mij een WhatsApp met een tekst, waar ik misschien iets mee moet gaan doen: ‘Je verhalen zijn leuker dan je notulen…’…
Warme Malawiaanse groet,
Grada.
Geef een reactie