Geschreven in Kenia, 12 november 2023
Lamu Island ligt voor de kust in het noorden van Kenia. Mijn vrienden hier vonden het zeker geen goed idee om daar nou een paar dagen rond te wandelen 😱, omdat Lamu bekend staat om zijn vriendschappelijke banden met Somalië en de daar heersende terreurbeweging Al Shabab. ‘Maar …’, riep ik dan meteen, ‘dat gaat over de county Lamu, het vasteland, niet het eiland!’ En dat klopt ook. Lamu Island is een voor toeristen (nog steeds) veilig gebied, dus Roos en ik zetten met een gerust hart de volgende stap van ons avontuur.
In Nairobi hebben we onze jassen (fleece en wol) nodig gehad, ook in the Mara was dat echt soms nog nodig. Maar geland op Manda Island (waar de airstrip voor Lamu Island ligt) is dit echt ballast. Het is prachtig maar warm en vochtig weer, hoewel er ook af en toe donkere regenluchten in de verte verschijnen.
We wandelen van het luchthaventje naar het haventje waar ons bootje al klaar ligt om ons naar Shela te brengen, het tweede stadje op Lamu Island, naar ons hotel Msafini. Het tochtje over het water is heerlijk verkoelend en we kijken onze ogen uit. Er zijn geen auto’s op de eilanden, en maar enkele pikipiki’s (brommertaxi’s). Alle vervoer gaat over water of, op het land, met ezeltjes. Het is of je 100 jaar terug in de tijd stapt.
En hoewel ik er wel een beetje moeite mee heb, dat van die lange slungels van mannen zich op de rug van zo’n ezeltje van A naar B laten brengen (hun voeten raken nog net niet de grond), zien die ezeltjes er gezond en goed doorvoed uit. Ze worden voor alles gebruikt: voor het sjouwen van grote pakketten, maar ook hangt er soms een zak over hun rug aan beide kanten gevuld met zware stenen. In hun nek is een nummer/cijfer aangebracht, waarmee je kunt zien welk ezeltje van jou is. Verder lopen ze (zo lijkt het) allemaal vrij rond.
Als we aan land worden afgezet, worden onze koffertjes op de schouder genomen en lopen we wel heel smalle steegjes door om bij ons hotel te komen. Het is een authentiek, lokaal hotel, omdat wij het niet zo leuk vinden om in de wat duurdere en meer Westerse hotels te verblijven. Onze kamer, op de derde verdieping (hijgen!), is eenvoudig maar volstrekt voldoende. Een lekker balkonnetje kijkt over het stadje richting het water en de duinen, en diep onder ons kunnen we het zwembad zien met zijn prachtige zitplekken met Afrikaanse kussens en een prachtige schelpenmuur. De smalle straatjes zijn fascinerend.
We eten in het hotel en ik kan het niet laten om de eerste avond mijn lievelingseten te bestellen: chiapati na marahagwe (pannenkoekjes met bruine bonen). Als we, uitgestrekt liggend op een prachtig ‘bed/bank’ ons eerste Tusker biertje willen bestellen, worden we een klein beetje teleurgesteld: het authentieke, lokale hotel leeft ook volgens de islam, dus zonder alcohol. Het was te verwachten, want van Mugambi hadden we juist geleerd over de Arabieren die ooit op de kusten van Afrika landden en daar handel dreven en communities opzetten. Ze lieten de bevolking, waaronder ook de Masai, met rust, bemoeiden zich niet met andere religies en daarmee was het ook volstrekt vreedzaam. De Arabieren vestigden zich wel aan de kust, maar trokken bijvoorbeeld nooit landinwaarts: daar was voor hen niets te vinden. Iedereen werd er eigenlijk beter van en beide groepen lieten elkaar verder met rust. Op Lamu Island is de Arabische invloed zeer zichtbaar, maar daarnaast hebben de Kenianen (Masai) ook gewoon hun eigen plek. Een voorbeeld voor de wereld …
Hoewel de wolkenluchten er regelmatig behoorlijk dreigend uitzien, valt er geen druppel regen. We boeken een tochtje op de Dhow (boot) met Dula (de schipper). Het doel is om op het water de zon achter het eiland te zien verdwijnen. En je gelooft het niet: die sunset zien we ook gewoon. Prachtige wolken met vuurrode randen en dus een fantastische zonsondergang. De foto’s kunnen het toch niet goed laten zien, maar een kleine impressie gun ik iedereen toch wel.
Bijna terug in Shela wijst Dula nog ons hotel. Het ziet er zo eenvoudig uit om daar naar toe te lopen, maar de kleine steegjes maken het toch niet eenvoudig.
Omdat we op het menu in het hotel heerlijke visrecepten hebben gezien (en die worden echt vers vers vers gevangen, zie foto!), besluiten we om gewoon ‘thuis’ te eten ‘on the rooftop’. De menu’s van de restaurantjes aan de haven zien er eigenlijk precies zo uit en we vinden het gewoon niet zo fijn om in het donker samen in dat wir war van smalle straatjes te dolen om straks ons hotel terug te vinden.
Daarom brengt Dula ons even terug. We spreken met hem af dat we de volgende dag met hem naar Lamu Town zullen varen en daar een toeristische wandeling zullen maken. Het loopt iets anders, want ik ben behoorlijke beroerd ’s nachts en de volgende ochtend gaat Roos daarom alleen. Ik ben ’s middags gelukkig weer opgeknapt!
In de kleine vliegtuigjes, die we gebruiken naar Masai Mara en Lamu Island, wordt maar 15 kg (ruim)bagage toegestaan. We hebben dus heel erg zuinig ingepakt en inmiddels, met het regenachtige weer in the Mara en het warme weer op Lamu Island zowat al onze kleren gebruikt: zo langzaam kunnen we elkaar volgen via een geurspoor. Er is gelukkig laundry service in het hotel, maar als we na anderhalve dag vragen of de was al is gedaan, krijgen we de plastic tas weer overhandigd zoals we hem hebben ingeleverd. In eerste instantie snappen we het niet goed, tot we beseffen dat we naast t-shirts en broeken ook ondergoed ingeleverd hebben. En ondergoed wordt niet door hotelpersoneel gewassen. Dat is eigenlijk in heel Kenia zo en het is suf van ons dat we daar niet aan gedacht hebben.
Het eiland, bevolkt door mensen en ezels, kent ook bijzonder moderne dingen. Zo gaan we op zoek naar een winkeltje, waar alles wat ze er verkopen duurzaam en biologisch dynamisch is. Het wordt gerund door een vrouw, die dit ook wijd verbreid uitdraagt bijvoorbeeld via folders in hotels. Zij maakt niet alleen de toeristen maar ook locals attent op het koken met natuurlijke producten, het verminderen van het gebruik van suikers (jaja, en dat in een islamitische omgeving!) etc. etc. We eten er heerlijke gezonde samosa’s met een verrukkelijke salade en drinken vers gemaakte ice tea. Uiteraard kopen we nog wat casave chips, verse kaasstengels en met kruiden gebrande cashewnootjes. Heerlijk!
En dan is het de volgende dag al weer tijd om te vertrekken. Ook daar zien we beiden naar uit. Het laatste deel van onze reis brengt ons home far from home: thuis ver weg van thuis.
Met een hartelijk warme groet,
Grada/Nadzua en Roosmarijn
het lijkt of ik aan jullie hand meeloop, geweldig!
Wat een heerlijke vakantie hebben jullie. Als altijd: mooi beschreven, Grada. Welbedankt!