Geplaatst op 9 februari 2016 in Kenia
Aan alles komt een eind, kind’, zei mijn moeder vroeger. ‘Maar aan de leuke dingen komt veel sneller een eind dan aan niet leuke dingen!’ riep ik dan boos. Niet dat dat ook maar enigszins hielp, maar eigenlijk vind ik dat nog steeds een waarheid als een koe. Mijn vijf weken in Kenia, die aan het begin toch oneindig leken, zijn omgevlogen. Wat heb ik weer genoten, veel geleerd, veel meegemaakt … De laatste volle week is ingezet. Donderdag is er de opening van de derde Outreach Office in Kikoneni (van Social Worker Josephine) en ik lig weer in een deuk als ik zie hoe ze 30 stoelen transporteren naar de office voor de openingsceremonie.
KidsCare
Het blijft me verwonderen hoe oplossingen worden gevonden en gewoon uitgevoerd! Het is een fantastische opening met veel hooggeplaatste bezoekers en dat is weer goed voor de naamsbekendheid van KidsCare. Vrijdag is er een (voor mij) belangrijke gebeurtenis: de deputy director George (verantwoordelijk voor HR) zal twee regelingen, die net deze week zijn opgesteld toelichten. Ten eerste de nieuwe regels over leaves (vakantie/vrije dagen), de decembersluiting van KidsCare (meestal twee weken), sickleave, compassionate leave etc. Het is iets waar ik vanaf het begin dat ik hier ben mee ben geconfronteerd: de onduidelijkheid over wanneer je nou vrij mag nemen c.q. moet nemen. Ik heb getrokken, geduwd, voorbeelden gegeven, gepraat als Brugman, heb geadviseerd en gemasseerd, en uiteindelijk een deadline gesteld. En dat heeft geleid tot een duidelijke (nou ja… Keniaanse) regeling gebaseerd op gouvernment regulations.
Vaderschapsverlof
En die zijn soms heel veel beter dan de NL regels: een vader heeft bijvoorbeeld twee weken vaderschapsverlof!!! En daar kom je dan in NL met je twee of (misschien in de toekomst) vijf dagen! De tweede regeling betreft de regels omtrent gebruik van KidsCare equipment, zoals laptops, helmen, motorbikes etc. Nu KidsCare groeit is het belangrijk om dit soort zaken goed te regelen, zodat niemand zich tekort gedaan voelt en iedereen hetzelfde wordt behandeld. Het is eigenlijk vrij simpel: als je toestemming hebt om iets van KidsCare te gebruiken buiten werktijd en het raakt zoek of gaat kapot, dan moet je binnen maximaal een maand de kosten vergoeden zodat KidsCare het geleende kan vervangen. Ik zie bijna meteen na het bekendmaken van deze regels, dat er nauwelijks meer spullen van KidsCare voor privé doeleinden worden gebruikt.
Het is een bijzondere bijeenkomst, waar veel vragen worden gesteld. Het wordt heel duidelijk dat men voor HR-zaken bij George kan aankloppen, dat zijn deur altijd open staat. Ik hoop voorzichtig dat andere regels ook op deze manier worden opgesteld. Zaterdagochtend lijkt een rustige ochtend te worden: ik zal eerst mijn laatste computerles geven aan mama Fridah en Emmanuel (die ik overigens Juma noem, omdat er zoveel Emmanuels rondlopen hier) en daarna hoop ik even te kunnen kijken bij de training ‘soapmaking’, gewoon … omdat ik misschien in NL ook wel vloeibare zeep wil gaan maken … En daarna, liefst een beetje vroeg deze keer, voor de laatste keer naar Mbuyu. Heerlijk ….
Een ongeluk
Maar dat is natuurlijk ijdele hoop: al deze ideeën over rust en vroeg stoppen worden de grond in geboord door een ongeluk. Het is deze zaterdag ongelofelijk heet, en het liefst blijf ik onder de ventilator aan het plafond staan. Komt goed uit, mijn twee studenten zijn druk met het plaatsen van foto’s (die we net hebben gemaakt, en zie vooral de foto van ‘row Grada’, die doet het buitengewoon goed!) in hun weekly report en ik probeer me er niet mee te bemoeien (volgende week moeten ze het echt zelf doen!), hang wat onder de geliefde ventilator en soes een beetje weg. Tot ik een hoop geroep en geren hoor… Er is een ongeluk gebeurd ‘… just up the road, in front of de casuarena’s…’ Op de weg zie ik heel veel mensen rennen, ik vraag me af waar die ineens allemaal vandaan komen. Ook bij KidsCare zie ik een enkeling lopend of op de motor vertrekken. Edward vraagt me om mee te gaan: ‘you are a nurse, Grada, and maybe you can help’. We pakken de EHBO-kist. Well… kist, het mag geen naam hebben, dit plastic koffertje met een schaar, een rol elastisch verband en een pleister.
Glas, stukken blik en achterlichten
Ik krijg nog wat handschoenen in mijn hand geduwd en we vertrekken, met de motorbike. Niet veel verder zien we midden op de weg, een beetje schuin, een matatu staan. Overal ligt glas, liggen stukken blik, achterlichten, volgens mij zelfs het frame van de achterkant van het busje etc. We lopen er naar toe en ik vraag of er nog gewonden zijn…
‘Nee,’ zegt de zwaar bewapende politieman, ‘die zijn al weg. Eentje was ernstig gewond, de anderen licht.’ Ik loop eens om de auto heen en zie een lekke achterband, de andere achterband inclusief velg is er niet meer, de auto staat aan die kant op de as. Het is een ongelofelijk gezicht en ik begrijp er helemaal niets van. Ik maak foto’s want ik kan dit ongeluk niet reconstrueren en ik hoop eigenlijk dat iemand me het kan uitleggen. Het lijkt erop dat de matatu gewoon zijn ene wiel is verloren, vervolgens een enorme gleuf in het wegdek heeft ‘geslepen’ en daarna is gaan tollen. Het is niemand echt duidelijk of de vrachtwagen met sinaasappels uit Tanzania die verderop stil staat (met pech) er iets mee te maken heeft; ik zie daar geen schade. Het doet er ook eigenlijk allemaal niet toe, het is een naar gezicht … Ik kijk om me heen en verbaas me over het aantal mensen dat hier rondom dit ongeluk staat. Vrouwen, kinderen, mannen, er wordt druk gewezen en geroepen en gekeken…
Ik zie enkele Social Workers en farmers van KidsCare, ik zie zelfs Ali staan. Hij vertelt dat hij (gelukkig) net voorbij was toen het ongeluk gebeurde. De matatu staat midden op de weg, en het verkeer wordt erom heen geleid, rijdt gewoon door het glas heen… (hebben ze hier andere banden dan in NL, ik zie daar nooit iemand zomaar door glas heen rijden). Er worden takken op de weg gelegd, waarmee wordt aangegeven: ‘Afremmen, er is verderop iets aan de hand!’ Een prachtige manier van waarschuwen! We kunnen niets meer doen en ik vraag vooral de Social Workers om terug te gaan naar KidsCare. Er is tenslotte nog werk te doen. We stappen weer op de motor en rijden terug. Ik hoop dat de gewonden het er goed van af gaan brengen. Het enige wat me ineens een beetje zorgen baart, is dat ik straks ook in een matatu ga stappen om naar Msambweni te gaan… De training soapmaking wordt door een van de Social Workers gegeven, aan haar collega’s en ook aan mama Fridah. Zelfs Gloria vindt het leuk om mee te doen.
Soapmaking
Wat een enthousiasme! Er wordt wel veel gelachen en geroepen, zeker als de emmer met (naar mijn mening) 20 liter smurrie met een staafmixer wordt gemixt… Maar, ik moet het toegeven, het ruikt lekker (en op maandagmorgen ziet het er fantastisch – gifgroen – uit!. Er wordt door Fridah en haar staf een heerlijke lunch geserveerd, met fruitsalade als toetje. Gek, dat ze dat hier zo ontzettend weinig eten en ik hoor dat fruit hier behoorlijk duur is. De Social Workers hebben wel eens een foto van een NL huiskamer gezien met op tafel ‘a big basket full of fruit’. Dat kennen ze hier niet. Er wordt nauwelijks fruit gegeten, ze kunnen het zich gewoon niet veroorloven. En dat in een land waar de mango’s van de bomen vallen … Door alle toestanden rondom het ongeluk en de training soapmaking zijn we niet toegekomen aan een aantal ‘normale’ werkzaamheden. We gaan na de lunch snel aan de slag, maar het loopt toch wat uit. Een aantal medewerkers is al vertrokken (‘Have a nice weekend! Yes you too!’) en wij, Gloria, ik en Edward, werken nog door om onze nieuwe structuur toch vooral niet nu al te laten stranden…
Mijn rugzak
Maar uiteindelijk sta ik dan toch aan de kant van de weg. Mijn rugzak is vol en zwaar: computer, twee werkmappen, tig opladers, camera, e-reader, toilettas, badpak en een schone onderbroek. Er komt een uitermate gammele bus aanrijden. Er hangt iemand in de open deur… ik twijfel. Maar ach, misschien is deze bus wel beter dan de volgende matatu. Hij stopt een stuk verderop en ik baal als een stekker dat hij niet gewoon voor mijn snufferd stopt. De man die ‘mensen scoort’ (zorgt dat de bus stopt als er iemand langs de weg staat) komt aanrennen en neemt mijn rugzak over. Ik sjok rustig naar de bus en stap in en vraag me vervolgens meteen af of de chauffeur misschien een afspraakje heeft over 10 minuten in Mombasa, zo snel vertrekt ie weer. Ik kan niet eens normaal een plaatsje zoeken … knal met een noodgang tegen een kapotte stoel aan waar een tafel op is geparkeerd en ben blij als ik eindelijk zit. Ja, ik weet het nu zeker, de chauffeur heeft na deze rit weekend en een afspraakje. Allemachtig, wat rijdt ie hard. Hij stopt nogal vaak en vluchtig in the village waar ik moet zijn (Msambweni) en ik wacht tot hij de junction (kruispunt) nadert.
Sorry
Ik probeer op te staan, maar hij zet ineens de sokken erin en verdorie… hij rijdt gewoon de junction voorbij. Ik geef een klap op het dak en roep dat ie potverdriedubbeltjes nu toch echt moet stoppen. Ik foeter behoorlijk in het NL en er zijn een paar passagiers, die dit verschrikkelijk vermakelijk vinden. Het ‘sorry sorry sorry’ maakt het niet goed… Okay… dit is mijn dag niet. Ik loop terug naar the junction en kijk behoorlijk streng naar de tien boda boda’s die om me heen zwermen met als doel een betaald ritje te scoren van een mzungu, die vast wel meer betaalt dan het lokale tarief van 50 Ksh (ha, echt niet!). Ik vraag of ze echt echt echt wel de weg weten naar Mbuyu Beach. Want ik ga niet wéér lopen … En dan kom ik bij Mbuyu en wordt weer zo hartelijk ontvangen, knuffels van Isabelle en Werner (the owners) en van hun staf. Ik krijg ‘mijn’ oude kamer weer, gooi alles van me af en vis mijn badpak uit mijn rugzak. Heerlijk, het is vloed en ik neem een duik in de overigens lauwe zee. Ik dobber wat rond en voel alle stress van me afglijden. Omdat ik echt geen zin heb in hele gesprekken met mijn vrienden aan de beach pak ik daarna mijn handdoek, mijn muziek en ga bij de pool op een bedje in de schaduw liggen… drie uur later word ik wakker Jamal, mijn leverancier van de coconut-birds, wacht al op me.
Europa is niet het paradijs
Ik heb beloofd met hem mee te gaan naar zijn ouderlijk huis. We lopen door het dorp en we kletsen heel wat af; ik probeer alle vragen zo goed mogelijk te beantwoorden en meteen ook voorzichtig uit te leggen dat Europa het paradijs niet is, dat elk land zijn eigen problemen kent. Of het overkomt weet ik niet… Bij het huis van Jamal aangekomen krijg ik weer een warm welkom. Er is afgelopen donderdag net een baby’tje geboren, dat ik toch echt moet bewonderen. Wat een klein mopje, en wat is ze weer mooi beschilderd (dat doet men gewoon omdat ze zo’n baby’tje maar ‘kaal’ vinden zonder wenkbrauwen en zo, het heeft verder geen bepaalde betekenis). Maar waar is de mama? Well, die is de was aan het doen, op haar hurken bij een afwasteiltje. Sjonge… We lopen met een omweggetje terug naar Mbuyu en dan langs het strand. De zee heeft zich weer teruggetrokken en we kijken naar de bootjes die inmiddels vertrokken zijn voor een nacht vissen. Het is een hard leven voor de mensen hier, terwijl de blanke toeristen het toch echt een paradijs vinden. Maar wat is eigenlijk een ‘paradijs’ en is dat ‘paradijs’ dan voor iedereen het ‘paradijs’ en als dat niet zo is, voor wie is dat ‘paradijs’ dan een ‘paradijs’…
Opgegeten door de muggen
Zondag besluit ik maar een paar uur te werken met Betty (een van de 7 poezen op Mbuyu) op schoot, rust heerlijk uit, en wandel nog even over het rif. Hoewel ik in mijn eentje vertrek, heb ik al snel èn Jamal èn Rachid achter me aan: ‘Why don’t you say you want to go to the reef?’ Nou, eigenlijk gewoon omdat ik ook wel eens iets in mijn eentje wil doen Maar goed, dat is bijna onmogelijk. Ik laat ze maar kletsen, stel af en toe een vraag en ga verder mijn eigen weg. Ik schiet prachtige plaatjes van onder andere spelende kinderen en geniet… ’s Avonds neem ik vroeg afscheid van iedereen (‘Yes please, you should come back soon!’ nou, dat hoef je maar één keer te zeggen, hoor!) en wandel nog even langs de beach. De krabben en krabbetjes wandelen ook en schieten weg als ik eraan kom. Ik ga nog even zitten tot ik merk dat ik opgegeten word door de muggen. Ik duik mijn bed in om maandagochtend weer fris te zijn voor de laatste dagen op KidsCare Centre. Dat lukt behoorlijk. Na een prachtige zonsopgang (het lijkt wel of ik daar nooit genoeg van krijg) blijkt mijn boda boda zomaar op tijd (yeah!!!) te zijn. Ik sta al om 07.15 uur op de junction. Er komt een matatu aanrijden, waar ik volgens de chauffeur nog best bij kan … nou sorry hoor, ik vind 21 man net iets te veel voor een minibusje.
Een bus met weinig mensen
Gelukkig stopt er bijna meteen daarna een bus met weinig mensen erin, waar ik snel naar toe loop. Had ik dat nou maar niet gedaan… mag ik hier kortheidshalve naar de paar foto’s verwijzen die ik nog heb kunnen maken terwijl ik heen en weer geslingerd word? Allemachtig, ik dacht dat ik alles wel gezien had, maar dit is de zoveelste dodenrit die ik in Afrika heb overleefd. Als de man van het geld naar me toe komt en ik hem de 100 Kshs overhandig, vraagt hij waar ik naar toe moet. Ik zeg zoals altijd ‘Mshiu’ en ‘KidsCare’.
Hij loopt weg en komt na een paar minuten weer terug:‘You owe me another 50 Kshs’. Okay, dit is een foute opmerking en ik ben nu echt pissig. Ik kijk hem vernietigend aan, trek de 100 Kshs uit zijn hand en zeg ‘Dacht het niet jongeman, maar okay, you drop me at the next stop’ en ik wapper hem weg met mijn hand. De man die voor me zit (of eigenlijk bijna op mijn schoot zit, zo erg is die stoel naar achteren geklapt) schiet in de lach. De geldman neemt zijn afgang als een vent, en trekt met een brede smile op zijn gezicht het geld weer uit mijn hand.
Het proberen waard
Het is toch het proberen waard, hóór ik hem denken… We stoppen gelukkig ook nog even om te tanken want dat doe je natuurlijk niet voordat je vertrekt! Ik ben volledig door elkaar gerammeld als ik bij KidsCare uitstap, check bezorgd enkele ledematen op functioneren, buig en strek mijn rug en voel of mijn kiezen en tanden nog wel allemaal vastzitten. Edward, die halverwege ook is ingestapt, geeft toe dat dit wel een hele erge vorm van openbaar vervoer was. Gelukkig, ik ben niet die verwende Europeaan… zelfs een Keniaan vindt dit wel te erg Ik duik voor de tweede keer binnen anderhalf uur onder de douche, krijg ruzie met een hagedis die heeft besloten dat mijn handdoek zijn territorium is, poets mijn tanden en vertrek met al mijn werkspullen naar mijn werkplek. Maandagochtend, de ochtend van de overleggen. Eerst de Social Workers meeting en normaal wordt deze gevolgd door de MT-meeting. Vandaag niet.
Pannen en deksels
Mama Fridah was zaterdag jarig en ze bakt vandaag een taart. Ze heeft alle medewerkers uitgenodigd om 11 uur. Later blijkt ook nog Abdallah, een van de farmers, jarig te zijn en het feest doet me denken aan mijn verjaardag … heerlijk! Zingen en slaan op pannen en deksels en de taart wordt overhandigd aan Fridah en Abdallah. Ze snijden de taart aan en de stukken worden samen met frisdrank uitgedeeld. Daarna wordt er door Ali (director), George (deputy director), Edward (head of Social Workers department) en mama Fridah (manager Facility & Farm) uitgebreid gespeecht, worden de nieuwe medewerkers voorgesteld (twee Social Workers en een zogenaamde ‘caretaker/guard’) en word ik bedankt voor mijn inzet de afgelopen vijf weken; men is blij met alle adviezen aan de MT-leden, blij met het professionaliseren van het secretariaat en ik … ik kan alleen maar trots zijn op wat we met elkaar in die vijf weken hebben bereikt.
Dromen waarmaken
Het was hard werken, soms doordrammen (van mijn kant natuurlijk), soms masseren, soms afkappen. Maar wat een respect heb ik voor deze hardwerkende, gepassioneerde, gedreven mensen die hun droom proberen waar te maken, hun droom die in het kort ‘alles voor de kinderen’ omvat. Dit vertel ik ook in mijn afscheidsspeech. Het is best emotioneel en ik ben blij dat na elke Engelse zin van mij deze door George wordt vertaald in het Swahili… zo kan ik even slikken en diep ademhalen. Als ik aan het eind de hoop uitspreek dat ik toch gauw een keer mag terugkomen naar deze nieuwe familie van mij, deze bijzondere KidsCare family, wordt er luidruchtig ‘yes’ geroepen en geklapt. Ik slik en slik en slik … Een aantal Social Workers vertrekt en zal ik niet meer zien, en ook Edward vertrekt voor een weekje naar Nairobi, naar zijn gezin.
Het afscheid
Het afscheid nemen is nu echt begonnen! Na de korte MT-vergadering (aha… structuur en duidelijke, strakke afspraken werken!!!) gaan Gloria en ik de laatste losse eindjes vastmaken. Het is voor iedereen een drukke week, er zijn bookings, extra gasten voor de guest rooms en ik hoop oprecht dat deze losse eindjes niet in het werk daarvoor ondersneeuwen. Ik zie mijn blocnote steeds leger worden, maar toch … die laatste dingetjes… ’s Avonds zit ik in de keuken van mama Fridah en eet mijn frietjes en ocra en zelfs een stukje kip. Ze heeft wijn gehaald en ik moet dan natuurlijk wel een glaasje drinken. We kletsen wat, ze vertelt over haar leven, hoe ze bij KidsCare is gekomen, en ik vertel over mijn leven, mijn reizen, mijn familie. Dan zwijgen we weer even, kijken elkaar aan en het is goed. Ik neem Adisha op schoot en voer haar af en toe een patatje; ze kijkt en luistert naar de kerstliedjes op de telefoon van Fridah, haar nyanya. Ze valt in slaap, ik red de telefoon van Fridah nog net op tijd van een val op de harde grond en even later voel ik mijn omslagdoek langzaam nat worden … Lekker, dat wordt nog even douchen!
Vijf weken, ze zijn omgevlogen
Woensdag zal ik naar Mombasa vertrekken. Mijn slaapplekje (een dorm in backpackers hostel Tulia) is al geboekt. Donderdag zal ik nog wat zaken regelen in Mombasa, spullen ophalen bij Bombolulu (Workshops and Cultural Centre) voor KidsCare. Met Bongo, de chauffeur die ik drie jaar geleden heb ontmoet, heb ik de afspraak gemaakt dat hij me naar the airport brengt. Wat een geregel allemaal… Vijf weken… wat vliegen ze om. Ik zou nog wel vijf weken willen blijven, hier bij mijn KidsCare familie. Maar ook wil ik zo graag weer mijn kinderen, mijn man, mijn zusje en zwager, al mijn lieve vrienden en vriendinnen, mijn buurtjes in NL zien. Ik wil weer even weten wat het is om kippenvel te krijgen, koude voeten te hebben, onder een dekbed te slapen, de warmte van mijn waterbed voelen…
Vijf weken in mijn andere wereld, mijn andere leven… ze zijn (bijna) voorbij.
Een warme groet van
Grada
Geef een reactie